Bron: Vlaams Marxistisch Tijdschrift, 1996, nr. 3, september, jg. 30
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
– Creative Commons License 3.0.
Algemeen: u mag het werk kopiëren, verspreiden en doorgeven; remixen en/of afgeleide werken maken; mits naamsvermelding.
| Hoe te citeren?
Laatst bijgewerkt:
Paul Vanden Bavière, Ze komen uit het Oosten. Over de opmars van het islamitische fundamentalisme, Brussel: Scoop, 1995. 120 p.
Uitgeverij Scoop geeft “Newspaperbacks” uit, een reeks boekjes met achtergrondinformatie bij de actualiteit geschreven door journalisten van De Standaard. Paul Vanden Bavière is de specialist van de Arabische wereld bij de redactie-buitenland van de krant. Hij schreef Ze komen uit het Oosten. Over de opmars van het islamitisch fundamentalisme.
Je kan je afvragen wat de zin is van dergelijke boekjes. Er wordt niets nieuws verteld. Op een gedegen (dat wel) journalistieke wijze worden de zaken op een rijtje gezet en geduid. Maar elke kritische krantenlezer zal het allemaal wel al weten. Zo’n boekje kan hoogstens zijn of haar geheugen wat opfrissen. Personen die wel wat aan zo’n boekje zouden hebben, komen er wellicht niet toe om het te lezen. Wellicht lezen zij niet eens kranten... Maar het neemt niet weg, dat ze, mochten de uitgaven deze mensen kunnen bereiken, waar voor hun geld bieden.
De titel van het boekje is misleidend. Het fundamentalisme komt niet uit het Oosten. Het is een wereldomvattende beweging die zeer sterk staat in Nederland, de VS, het Vaticaan natuurlijk... Bovendien worden de islamitische varianten vaak gesteund door Westerse mogendheden. Het boekje doet dit allemaal uit de doeken. Er wordt ingegaan op het opportunisme dat daarbij speelt (vijanden van mijn vijanden zijn mijn vrienden), maar ook op de ideologische verwantschap. En op de bruikbaarheid van het fundamentalisme door (vaak zelf fundamentalistische) regimes, om meer steun en goodwill van het Westen te krijgen “om het fundamentalistisch gevaar te kunnen weerstaan”. De auteur heeft het ook over de rol van het fundamentalisme als het “Grote Gevaar” dat Israël een nieuwe strategische rol in de regio geeft nu het “Rode Gevaar” is bezworen, over de rol van het Afghaans verzet in de opmars en verspreiding van het fundamentalisme, over het belang van de olie(-rijkdom) die integristische landen als Saoedi-Arabië de middelen geeft om te missioneren en aan ontwikkelingshulp te doen. In een medialandschap dat vooral uit is op stereotypering, manipulatie d.m.v. information-overkill (tegenwoordig zelfs infotainment-overkil!), opgedrongen consensus en het koesteren van illusies (in Chomskyaanse termen), komt zoveel duiding fris over.
Het anticommunisme en het antinasserisme (progressief/socialistisch Arabisch nationalisme) wordt als sleutel aangereikt om de belangenvermenging tussen fundamentalisten en zogenaamde antifundamentalisten (regimes die zogenaamd de democratie en de vrijheid hoog in het vaandel dragen) te ontwarren. Als sluitstuk van het analytisch model wordt dan de “ontsporing” bovengehaald. Fundamentalisten worden gesteund en gekoesterd in de strijd tegen de gemeenschappelijke vijand (die steeds van een of andere progressieve signatuur is), maar ontsnappen uiteindelijk aan de controle van de broodheren. Ze vormen dan een zelf een gevaar. Vanden Bavière geeft hier en daar wel aan dat het misschien iets complexer is, maar z’n verhaal komt toch ongeveer daar op neer. En daar heb ik mijn vragen bij. Het biedt ons (onze democratie, ons soort bestel) de mogelijkheid om z’n legitimiteit uiteindelijk staande te houden. Akkoord, er moeten dan wat tactische of strategische fouten toegegeven worden, maar eenmaal we die recht gezet hebben, hebben we weer moreel gezag genoeg om verder te doen zoals we bezig zijn. Zo zou je het kunnen samenvatten. Maar klopt dat wel? Moeten we de fundamentalisten (na deze evolutie) echt zien als “ontspoord”, als “gevaar”, of slechts in retorische zin, in cynisch-ideologische termen of louter virtueel? Zijn de “ontspoorde fundamentalisten” niet net zo bruikbaar als de fundamentalisten altijd al waren om de nieuwe-oude wereldorde te handhaven?
Als mijn stelling klopt, dan ruikt de hier geleverde duiding natuurlijk minder fris en gaat het slechts om een bijdrage aan de “opgedrongen consensus”. Om die geslikt te krijgen heb je immers altijd een “kritisch, fris ruikend glijmiddeltje” nodig. Als Johnny “Rotten” Lydon het argument mag gebruiken dat de reünietournee van de Sex Pistols natuurlijk een kwestie is van poenscheppen maar juist omdat zoiets compleet niet verwacht wordt van hem en z’n ultrakritische kompanen, het op zich weer kritisch wordt, dan hoef je je niet meer te verwonderen over zulke redeneringen.