Redactie De Internationale

De Vierde Internationale


Geschreven: september 1973
Bron: De Internationale, Nederlandstalig theoretisch orgaan van de IVe Internationale, september 1973, nr. 4, jg. 1.
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
Creative Commons License 3.0.
Algemeen: u mag het werk kopiëren, verspreiden en doorgeven; remixen en/of afgeleide werken maken; mits naamsvermelding.
| Hoe te citeren?

Laatst bijgewerkt:


Hongkong


De politieke activiteit in Hongkong, deze kleine en dichtbevolkte Britse kolonie wordt niet vaak in het nieuws gebracht. Ook daar is een revolutionaire stroming ontstaan, weliswaar iets later dan in andere landen. Deze beweging is van groot belang omdat ze niet alleen strijdt tegen het Britse kolonialisme, maar een gecombineerde evolutie nastreeft met een politieke revolutie in de rest van China. De Internationale had een gesprek met een jong Chinees lid van de Vierde Internationale. Hij is één van de leiders van het arbeiders- en studenteneenheidsfront. We publiceren hier gedeelten uit dit gesprek.


Wanneer en in welke historische context ontstond de jeugdradicalisatie in Hongkong?
De eerste studentenrevolte in Hongkong vond in februari 1969 plaats. Zij duurde slechts een maand, was daarenboven reformistisch, maar beïnvloedde de studentenradicalisatie zo grondig, dat de reformisten nadien geen leidende rol meer hebben kunnen spelen in de jeugdbeweging. Waarom gebeurde deze radicalisatie zo laat? Om dit te begrijpen moeten we teruggaan tot 1949 en de Chinese revolutie. Hoewel de CP in Hongkong of het regime van Peking dit nooit duidelijk toegeven, werd de arbeidersbeweging in Hongkong opgeofferd om de Chinese revolutie te beschermen omdat China een directe confrontatie met het Britse imperialisme niet aandurfde. Zo kwam het dat de CP in Hongkong ondanks zijn dominerende invloed in de arbeidersbeweging de arbeidersstrijd vanaf de jaren ’30 heeft onderdrukt, wat tot grote desillusies onder de arbeiders leidde. De radicalisatie van de jeugd van Hongkong aan de andere kant werd tegengewerkt door drie objectieve factoren.
1. Het Britse imperialisme dat alomtegenwoordig was;
2. De passiviteit van de CP;
3. De intellectuelen in Hongkong die het kolonialisme aanvaardden ondanks hun geroep om vrijheid en democratie.

Economisch gezien is Hongkong een zeer belangrijke industriestad. Uitgebuit door het Brits, Amerikaans en Japans imperialisme. De helft van het proletariaat is jonger dan 25 jaar. Politiek gezien is Hongkong nog steeds een primitieve kolonie die alle rechten aan de bevolking weigert.


Kan je iets meer zeggen over de Communistische Partij van Hongkong?
De CP treedt niet op als een partij en zeker niet als een revolutionaire partij. Nochtans is ze zeer sterk georganiseerd. Vanaf het begin van de jaren ’50, vlak na de Chinese revolutie, speelde de CP een zeer remmende rol en trad meermalen repressief op tegen de arbeidersstrijd. Dit heeft de arbeidersklasse jarenlang gedemoraliseerd. Zij vormt eigenlijk een groot gedeelte van het establishment van Hongkong. Zij heeft eigen banken, winkels, dagbladen, scholen e.d. In hun scholen wordt niet over politiek gesproken. Daarin worden alleen goed geschoolde arbeidskrachten opgeleid voor hun gigantisch apparaat. Dit establishment is allerminst een antikapitalistisch instrument. Het grootste deel van haar kapitaal behoort aan Peking. Niemand weet precies hoeveel. De rest komt van zogenaamde “progressieve” burgerij. De leiding van de CP bestaat voor een groot deel uit miljonairs en enkele functionarissen uit Peking. Hun belangrijkste taak is de bevelen uit Peking uit te voeren en er voor te zorgen dat de handel met het buitenland gesmeerd loopt.

Arbeiders en studenten hebben er niets mee te maken. Zij houden wel een zekere controle op officieel erkende onderhandelingspartners, en er zijn bepaalde voordelen verbonden aan het lidmaatschap. Je kan bijvoorbeeld reductie krijgen op bepaalde aankopen. De reële actie wordt dus buiten deze CP om gevoerd.


Wat gebeurde er na de studentenrevolte van 1969?
Meer en meer begonnen de studenten hun universiteit en het onderwijssysteem in zijn geheel te bekritiseren. Zo was er in september 1969 een actie in de Chu Hai-universiteit als reactie op het uitsluiten van 12 studenten. Deze actie mislukte maar de radicalisatie van de studenten en jonge arbeiders nam toe omdat er voor het eerst sinds 1966-67 opnieuw in het openbaar betoogd werd. Eén van de meest belangrijke resultaten van deze beweging was het ontstaan van een radicale actiekrant, de “70’s Bi-Weekly”, waaromheen de jeugdradicalisatie zich verder zou uitbouwen.


Hoe?
De politieke oriëntatie en bedoelingen van het blad waren nogal vaag in het begin. Het groepeerde een aantal radicale studenten, die naar iets zochten om de bestaande maatschappij te veranderen.

De campagne tegen de oorlogvoering in Vietnam mislukte. Daarna organiseerde zij een campagne voor Biafra op humanitaire basis. Hierdoor verkreeg het blad ook grote invloed onder de jeugd. Tenslotte startte het blad in het midden van 1970 de organisatie van de taalcampagne.
Dit ging als volgt: 98 % van de bevolking van Hongkong zijn Chinezen. Desalniettemin is Engels de enige officiële taal. Dit is absurd. Hierdoor ontstond een campagne om het Chinees als tweede officiële taal in te voeren. Deze beweging werd ook gesteund door een gedeelte van de reformistische burgerij. Het werd de eerste massabeweging sinds jaren. Binnen de taalbeweging ontstonden er drie tendensen.
1. De burgerlijk-reformistische tendens. Dit was de zwakste tendens. Zij steunde de beweging uit eigenbelang;
2. De tendens van de studentenvakbonden: reformistisch en dominerend in de middelste fase van de beweging; achteraf zwakker;
3. De tendens waarvoor de “70’s” representatief was. Zij legde onmiddellijk het verband tussen de taalstrijd en de antikoloniale strijd.
De taalstrijd als zodanig werd verloren. Het Chinees werd niet erkend als officiële taal. Maar de 70’s bereikten gedeeltelijk hun doel: Het antikoloniaal bewustzijn van de jongere generatie werd versterkt. De beweging duurde ongeveer zes maanden.


Wat gebeurde er daarna?
Toen ontstond de “Defend Tiao-Yu-Tai Islands Movement”: een beweging ter verdediging van de Tiao-Yu-Tai eilanden. Dit is een groep kleine eilanden, gelegen ten noorden van Taiwan. Ze hebben steeds deel uitgemaakt van China tot de Amerikanen in 1968 of 1969 ontdekten dat de streek zeer rijk aan olie was. Onmiddellijk hierop bezette Japan hierop de eilanden en beweerde dat ze deel uitmaakten van Japans grondgebied. Geen reactie van de Taiwan-regering noch van de Peking-regering. De “70’s” durfden een actie hiertegen niet aan, omdat ze vreesden dat ze te nationalistisch zou zijn. De Chinese studenten in Amerika echter reageerden wel. In Hongkong hadden twee groepen nauwe banden met hun landgenoten in Amerika: De “70’s” en een mao-spontanetstische groep. De maoïstische groep richtte een comité op, maar weigerde de “70’s” erin op te nemen. Dezen werkten toen zelfstandig verder. Op 18 februari organiseerden de maoïsten een betoging, waarop 30 a 40 personen aanwezig waren: Op 21 februari organiseerden de “70’s” eveneens een betoging waarop meer dan 3.000 personen aanwezig waren. De regering reageerde slechts met repressie op de acties.

De analyse en de strategie van de maoïsten en van de “70’s” verschilden grondig van elkaar. Voor de maoïsten – in overeenstemming met de Peking-lijn – bleef het Amerikaans imperialisme de belangrijkste vijand. Voor de “70’s” daarentegen betekenden het Amerikaans imperialisme, het Japans militarisme en het Brits kolonialisme slechts drie aspecten van één verschijnsel: het kapitalisme.


Op dat ogenblik waren de “70’s” reeds de kern van het latere “Arbeiders- en Studenten-eenheidsfront” geworden. Zij oefenden druk uit op de studentenvakbonden en de beweging bereikte op die manier zijn hoogtepunt met een reusachtige betoging op 7 juli. Jammer genoeg ontbrak het de “70’s” nog steeds aan een programma en een strategie om de situatie te kunnen uitbuiten. Hierna vonden nog enkele massabetogingen plaats. De beweging verzwakte echter in de loop van het jaar 1971. De redenen hiervoor waren de volgende:
1. De politie liet de betogingen toe uit vrees voor de dynamiek van de massabeweging bij een confrontatie;
2. De enige organisatie die ernaar streefde de beweging om te zetten in een revolutionaire was te zwak georganiseerd;
3. Daarenboven was [er] een opkomst van de maospontaneïsten in deze periode, die weigerden de confrontatie met de koloniale regering aan te gaan.

Toch was deze beweging de belangrijkste tot dan toe, Niet alleen veroorzaakte ze een belangrijke antikoloniale bewustwording bij de jeugd en de arbeiders maar ze was ook de basis voor de stichting van de eerste revolutionaire groep, het WSUF, het Arbeiders- en Studenten-Eenheidsfront, waarvan de “70’s” na één jaar het orgaan werd.


Wat is de politieke opstelling van het WSUF?
Voor het WSUF gevormd was bestond er in de groep een sterk anarchistische tendens. Deze tendens is nu aan het verzwakken. De mensen van de groep worden nu vooral beïnvloed door de briljante oude trotskist Wong Fan Sei. Hij, en een andere actieve oude trotskist, Hau namen contact op met onze groep en Wong schreef brieven naar de “70’s”. Hierdoor oefende hij een grote invloed uit op het politieke bewustzijn van een aantal leden. Sommigen werden dan ook lid van de Vierde Internationale.

De groep werd niet gesplitst; op dit ogenblik werken de anarchisten in de groep met ons samen op basis van ons programma. Wij zijn van plan in de zomer van dit jaar de groep grondig te veranderen. We gaan allemaal akkoord om de organisatie te verstevigen om een meer gedetailleerd programma en een strategie uit te werken om ons meer bezig te houden met de revolutionaire strijd over heel de wereld.


Zijn er buiten de WSUF nog andere belangrijke politieke groepen?
Ja. Tenminste twee.
De eerste is een groep die een weekblad uitgeeft, de “Middle School Students”. Zij waren vanaf 1971 gedurende anderhalf jaar zeer actief. Daarna veranderden zij en op dit ogenblik schijnen zij binnen de arbeidersklasse te werken. Politiek zijn zij zeer onduidelijk en komen niet openlijk voor hun stellingen uit. Wij hebben soms samengewerkt en een fusie van de twee groepen is niet uitgesloten. De andere groep is die van de maospontaneïsten. Zij zijn niet goed georganiseerd. Het zwakste punt blijft het niet voeren van de antikoloniale strijd.


Wat gebeurde er in het laatste jaar?
Er waren geen massabewegingen bij de jeugd in het laatste jaar, maar de jeugdradicalisatie had wel een invloed op de arbeidersstrijd die eindelijk na zoveel jaren onderdrukt te zijn door de CP opnieuw een opgang kende. Gezien het feit dat de economische toestand van Hongkong hoe langer hoe slechter wordt, kunnen wij er zeker van zijn dat de arbeidersstrijd coherent, dieper en breder zal worden.


Wat zijn de perspectieven voor de jeugdbeweging in Hongkong?
De jeugdbeweging zal trachten gelijke tred te houden met de strijdende arbeidersbeweging en zal niet enkel een antikoloniale beweging maar ook een revolutionair socialistische beweging worden. Wij begrijpen zeer goed dat er een dialectisch verband bestaat tussen de revolutionaire beweging in Hongkong en de politieke revolutie in China, die zeker zal plaatsvinden. Wij zien ook de betekenis van de revolutionaire beweging in Hongkong voor de socialistische beweging in Engeland.