redactie De Internationale

Boeken

De school voor de rechtbank


Geschreven: februari 1973
Bron: De Internationale, Nederlandstalig theoretisch orgaan van de IVe Internationale, februari 1973, nr. 2, jg. 1.
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
Creative Commons License 3.0.
Algemeen: u mag het werk kopiëren, verspreiden en doorgeven; remixen en/of afgeleide werken maken; mits naamsvermelding.
| Hoe te citeren?

Laatst bijgewerkt:


De school voor de rechtbank

Ivan Illich Ontscholing van de maatschappij, Uitg. Het Wereldvenster, Boom. nov. ’72.


De onderwijsmensen hebben lang gewerkt met de idee dat ze een echte eredienst uitoefenden, in een fundamenteel progressieve instelling, de bevrijdende school, boven de klassen. Deze ideologie, indien niet geheel dood, en zelfs indien ze herleeft onder een andere vermomming in verband met het hedendaagse neoscientisme, kreeg nochtans geweldige kloppen.
Het zijn eerder de malaise en de crisis die het dragen die het halen: de malaise die leraren en leerlingen bekruipt, de crisis die de instelling zelf ondermijnt. Revolutionaire marxisten hebben de taak ook op dit gebied een theoretisch gefundeerde analyse van deze crisis te maken om perspectieven uit te werken in het kader van een brede strategie.
Vooraf moet één probleem worden opgelost: waartoe dient de huidige school?


Radicale kritieken verschenen er niet alleen in het Nederlands taalgebied. In verscheidene tijdschriften en een aantal boeken werden visies ontwikkelt expliciet of impliciet verbonden aan grote strategische opties. De burgerij is natuurlijk zeer geïnteresseerd in deze crisis en heeft trouwens zelf een herziening nodig van de grond van het onderwerp. Ook zij formuleert haar stellingen en probeert ze op te dringen. Het is dus nodig om hervorming door schijnbare gelijkenissen te voorkomen, de belangrijkste stellingnamen grondig te onderzoeken. Het is daarom zeker goed dat het boek van Ivan Illich Ontscholing van de maatschappij, in het Nederlands werd uitgegeven. Deze radicale stelling, die zelf een strategie heeft te bieden, kon in december [onleesbaar – MIA] één maand na verschijning, reeds in tweede druk gaan.


Ivan Illich is een Amerikaans universitair die het officieel onderwijs verliet om zich volledig te wijden aan de “bevrijdende opvoeding” van het Centrum voor Interculturele Documentatie dat hij te Cuernavaca in Mexico stichtte.

Zijn boek werd overal als een lichtpunt onthaald. Het Franse blad Le Monde begroet de verschijning van de Franse vertaling met: “Ivan Illich is één van die uitzonderlijke individuen wier ideeën schokken... ze verwekken een grondig wankelen van de zekerheden.” Besprekingen volgen in vele onderwijstijdschriften.

De school voor de opperste rechtbank

Het grootste gevaar dat de mensheid bedreigt volgens Illich zijn de instellingen. Daarin ligt de bron van het slavendom. De instellingen groeien samen uit tot één “bureaucratie” (wat ook het economisch en sociaal systeem weze). Alle instellingen (het leger, de school, de politie, de maatschappelijke zekerheid, de partijen, de kerk, de syndicaten...) vernietigen het meest waardevolle in de mens: zijn vrijheid, zijn spontaneïteit, zijn verbeelding, zijn creativiteit, zijn verlangens. En worden ze alleen veroordeeld, de school krijgt de zwaarste kritiek. Ze heeft immers een dergelijk belang gekregen dat ze haar eigen doelstellingen kan bepalen en ze kan opleggen aan de rest van de maatschappij. Het is een bureaucratie die haar rechtvaardiging in zichzelf draagt en slechts de manipulatie van mensen beoogt. De maatschappij zelf wordt het einddoel en schijnt een weerspiegeling te worden van de school, de reproductiekracht van een consumptiemaatschappij. Kortom, de school is de determinerende instelling.

Het is de bepalende factor en ook de slechtste instelling: ze leert ook andere te aanvaarden. Ze is de bron van alle illusies en voor alles de illusies omtrent haarzelf. “Gevangene van de schoolideologie, verzaakt het menselijk wezen aan de verantwoordelijkheid van zijn eigen groei en door dit verzaken leidt de school het naar een soort intellectuele zelfmoord.”

Volgens Illich doden de militairen tenslotte maar lichamen. En de absurditeit van de school wordt daardoor nog afschrikwekkender dan de militaire instelling omdat ze zich als onafwendbaar voordoet. Het is daarenboven de meest dure instelling. Volgens Illich zou het ideaal van de schoolplicht en gelijke opvoeding alleen al economisch onrealiseerbaar zijn. Het voorbeeld is de USA. Overal stijgen de onderwijsbudgetten sneller dan het aantal leerlingen en het Bruto Nationaal Product. De verlengde schoolplicht is dus een economische absurditeit. En de uitgaven komen allereerst de rijken te goed. Illich geeft het voorbeeld Peru: meer dan de helft van de publieke en private onderwijsuitgaven komen ten goede aan wat minder dan 1 % van de Peruviaanse jeugd, terwijl 50 % van de jongeren tijdens hun gehele leven nog geen 20 % van de opvoedingsgelden gebruiken.

De school versterkt verder de sociale gelaagdheid. Het kind uit de zgn. lagere milieus kan onmogelijk competeren [wedijveren – MIA] met diegene uit de cultureel ontwikkelde kringen. De armen zijn steeds de dupe wanneer ze denken dat hun kinderen een echte schoolplicht moeten hebben.

De school verarmt de armen: in de VS veranderen de 12 schooljaren de arme kinderen in invalide volwassenen. Diegene die voortschrijdt in zijn studies accumuleert de getuigschriften om steeds hogere posten te bekleden. De school bepaalt de sociale structuren; de grote meerderheid betaalt om onderwezen te worden, de uitverkorenen verdienen alle lof. En zo maakt de school de sociale hiërarchie stevig en geloofwaardig.

De school onderricht niet. Komt het weten van de meeste mensen immers niet voort uit ervaringen opgedaan buiten de school? De school beweert het weten onder te verdelen in verschillende delen, met deze geprefabriceerde blokken te bouwen en het resultaat te evalueren. Zo verzekert de school de verkoop van “programma’s” die zich voordoen als iedere andere waar. De “verkoopsservice” wordt door de leerkracht geleverd, die het product aan de leerling overmaakt. De school is een ware industrie geworden, die de grondstof, het kind, tot afgewerkt product voor de geïnstitutionaliseerde samenleving maakt. De school draagt geen kennis over, ze leidt op tot de competitie, tot de hiërarchie. De school heeft dus essentieel een ideologische functie. “Ze is het publiciteitsagentschap dat ons doet geloven dat we de maatschappij nodig hebben zoals ze is.”

En om deze functie te vervullen creëert de school de kindsheid. Want deze zou niet bestaan, ware er geen wettelijke leeftijd en geen verplicht scholingssysteem. “De institutionele wijsheid zegt ons dat de kinderen een school nodig hebben. Ze bevestigt ons dat ze er leren. Maar deze wijsheid, waar komt ze anders vandaan dan van de school zelf? Illich trekt een parallel tussen de ontwikkeling van het modern kapitalisme en het verschijnen van de kindsheid. De kindsheid, de leeftijd van de ontdekking, van de uitvindingen, moest op de schoolbanken worden stilgehouden, wilde men haar wensen onderdrukken en laten samenvallen met de industriële noden. De school snijdt de kindsheid en de jeugd van de arbeid, van het leven.


Het sluitstuk van de school, verdoemde instelling, zijn de leerkrachten. Gezien de school hen in hun levensonderhoud voorziet en hun bestaan rechtvaardigt, bedanken ze hun moeder (Alma Mater) om hun kinderen te geven. Ze wensen erkend te worden als de enige specialisten, de werkelijke gediplomeerden van de opvoeding. De school maakt van de meester zowel een bewaker als een waarzegger en een therapeut. Als bewaker van de instelling leidt hij zijn leerlingen in een oneindig ritueel, waakt hij op de toepassing van de regels, laat hij hen de onderscheiden proeven van de inleiding tot het leven ondergaan. Als waarzegger of moralist is hij belast met de indoctrinatie. Als therapeut denkt hij zich gemachtigd tot het privéleven van elkeen te kennen en te onderzoeken. In de leerling-leraar verhouding wordt geen enkele garantie van de individuele vrijheden gerespecteerd. De leraar is het orakel. Hij is het belangrijkste obstakel voor de opvoeding, Cerberus die de hel bewaakt waar geen levende binnenkomt.

Een gebrekkig proces

Zonder twijfel moeten we wijzen op de zin van de paradox, die gemakkelijk naar het sofisme leidt. Nochtans is het belangrijker de filosofische keuze die de auteur leidt in het licht te plaatsen. Wat Illich aanvalt in laatste instantie, is de pretentie van de huidige mens de natuur steeds meer te domineren. Hij bestrijdt met kracht wat hij de prometheische vergissing noemt. “Door de list ontneemt Prometheus de goden het monopolie van het vuur, leert de mensen het te onderhouden, wordt de god van de technologen en eindigt geketend.” De mensheid ontspoorde toen ze de mens gelijkstelde met de “homo faber”, de makende mens.

De ontwikkeling van wetenschap en techniek leidt naar de catastrofe. De computer verving Pythia. Overal wordt de natuur schadelijk, de maatschappij onmenselijk; het privéleven wordt aangetast en de persoonlijke roeping verstikt. De mens werd het speeltuig van de geleerden, van de ingenieurs, van de planners. In New York raakt een straatbengel nooit wat aan dat niet wetenschappelijk werd uitgedacht en aan iemand werd verkocht. De bomen die nog bestaan zijn deze die de plantendienst besliste te planten. De stad is veroordeeld tot antinatuur.

Het ongematigd verlangen te produceren en te consumeren, de menselijke trots liggen aan de basis van de verwoesting van het fysisch milieu, van de maatschappelijke polarisatie en van de psychologische passiviteit. Kortom, de mens leeft buiten de maat, slachtoffer van de mythe van de vooruitgang.


Het is belangrijk de werkelijke waarden terug te vinden: de vrije persoon, de roeping, de poëzie, het initiatief, het verlangen, de spontaneïteit. “Een nieuwe elite ontstaat. Hiertoe behoren mensen van alle klassen, van alle inkomensgroepen, van alle geloofsovertuigingen. Ze wantrouwt de mythen van de meerderheid: de utopieën van de wetenschappen, het ideologisch diabolisme, de verwachting van de dag waarop de goederen en de diensten gelijk zullen worden verdeeld.” Het doel moet zijn een maatschappij te bouwen waarin de persoonlijke handeling belangrijker is dan de productie van dingen en de manipulatie van mensen.

Illich ziet in de antieke wereld nog een menselijke dimensie, omdat hij de wereld nog als een onstabiel verblijf beschouwde en het leven als een klucht en tragedie. Ook de middeleeuwse universiteit vertegenwoordigde een open zone, waar men oude ideeën bediscussieerde en waar men er nieuwe uitdacht. Daar was de universiteit werkelijk de plaats van “het intellectuele zoeken”. Verder verwijt Illich de boekdrukkunst het denken te hebben opgesloten. Regelmatig toont Illich aldus zijn grondig idealisme, die hem deze reactionaire visie op de geschiedenis inspireert.

De wetenschap wordt draagster van de kapitalistische erfzonde. We moeten terugkeren en die gekke pretentie laten varen nog meer technieken en industrieën te ontwikkelen. En het is tenslotte de school die de vorsers maakt, de ingenieurs, de techniekers, de leerkrachten...
Onverbiddelijk, zegt Illich, zo cultiveren we, zo produceren we, zo scholariseren we tot de gehele wereld sterft.

Dergelijke ideeën – verwerping van het rationalisme, van de wetenschap, terugkeer naar de natuur, naar de droom – gedeeltelijk in de Verenigde Staten ontwikkeld, geven de verwarring aan waarin sommige sociale lagen, vooral intellectuelen, zich bevinden tegenover de huidige tegenstellingen in de meest ontwikkelde kapitalistische landen. De enige originaliteit van Illich is de kritiek op de wetenschap te verbinden met die op de instelling, onderdrukkingsinstrument en hierin een eerste plaats te geven aan de school. Soms stelt Illich het kapitalisme verantwoordelijk, maar zonder ooit de analyse te verduidelijken en onwetend over de noties sociale klasse, klassenstrijd, staat (in de marxistische zin van het woord).
Wat in vraag wordt gesteld door de revolutionaire marxisten is de ondergeschiktheid van de wetenschappelijke vooruitgang aan de kapitalistische doelstellingen, de accumulatie van winsten. We zien een ingewikkeld proces waarbij de wetenschappelijke en technische vooruitgang kan gebruikt worden om de uitbuiting en de repressie te versterken. Tegelijkertijd draagt deze vooruitgang bij tot het scheppen van de voorwaarden voor de uitbouw van een nieuwe wereld.

Drie kapitale fouten moeten uit de analyse over de rol van de school worden gelicht (zonder de vraag naar de kosten van de opvoeding te bekijken). Illich schrijft aan de school de leidende rol in de maatschappij toe. De school is de grote ideologische kracht die de bestemming van de wereld bepaalt. Niet de school is het beeld van de maatschappij, maar de maatschappij is een afspiegeling van de school.

Deze centrale thesis laat hem toe de noodzaak en de mogelijkheid te bevestigen de school te vernietigen. En zo het proces van revolutionaire omvorming van de maatschappij te starten. Illich bekritiseert de analyses (die hij neomarxistisch noemt) die zouden vergeten dat de school de belangrijkste industrie is, de motorindustrie. Voor hem is de school meer dan een gewone superstructuur.

De mechanistische analyse die de schoolsuperstructuur als een eenvoudige afspiegeling ziet, kan zeker geen begrip opbrengen voor de ingewikkelde verhoudingen die ze heeft met de economische, sociale, culturele en ideologische wereld. Heeft de economie een zekere autonomie, ze blijft ondergeschikt aan de objectieven van de heersende klasse. Niet de school, noch de leerkrachten leiden de wereld.

Voor Illich heeft de school slechts een ideologische functie. Ze speelt precies de rol die de Kerk in de middeleeuwen speelde. De ideologie die de school doorgeeft leidt de mensheid naar de ondergang; het is dus een dringende noodzaak de school te vernietigen.

Het is juist dat de ideologische functie van de school dikwijls wordt onderschat. De banden tussen wetenschap, kennis en ideologie zijn echter niet zo eenvoudig. De school vervormt ook de kennis. Illich is het slachtoffer van een “opvoedingsillusie”. Want indien inderdaad de school als ideologisch instrument de functionering van de maatschappij bepaalt, opent de vernietiging van de instelling en van de schoolideologie het veld voor de ontplooiing van een nieuwe ideologie die op haar beurt een nieuwe maatschappij kan opbouwen.
De opvoeding radicaal veranderen wordt dan een prioritaire taak, de enige ware revolutionaire opdracht.

De monarchie werd maar echt verslagen door de invraagstelling van de kerk, zegt Illich. Daar vindt men weer het idealisme van Illich, voedingsbodem van zijn “pedagogische illusies”. Laten we dit verder nog verduidelijken door de concrete voorstellen van Illich te onderzoeken.

Is de analyse van Illich slecht gericht, ze vestigt toch de aandacht op enkele realiteiten die dikwijls worden verborgen. De precieze marxistische analyse van de schoolinstelling leidt echter tot drie essentiële punten:
- de school is ondergeschikt aan de heersende klasse, hetzij rechtstreeks (patronale scholen), hetzij langs de Kerk om, hetzij langs de Staat. (De revolutionaire marxisten zijn trouwens niet onverschillig t.o.v. welke vorm die overheersing aanneemt.)
- de school staat in het algemeen in dienst van de heersende klasse door haar ideologische functie, door haar rol in de vorming van de arbeidskracht, aangepast aan de technische en sociale arbeidsverdeling, door haar bijdrage in de reproductie van de sociale klassen. (Ze functioneert niet steeds zonder problemen op deze wijze...)
- de school is echter niet alleen ondergeschikt, ze staat niet alleen “in dienst van”. Ze is grondig aangepast (en aan te passen door hervormingen) aan de werking van het geheel van de kapitalistische maatschappij, waarin de kennisoverdracht als een afzonderlijke activiteit wordt opgevat.

In het kapitalistisch systeem worden de menselijke verhoudingen gereduceerd tot verhoudingen tussen dingen. Ze worden bemiddeld door de ruil van koopwaren en door de arbeid, die zelf een koopwaar geworden is. Ook de kennis wordt waar. De radicale invraagstelling van de kapitalistische school (en niet van de wetenschappen en de kennis) is gerechtvaardigd, zoals trouwens de invraagstelling van de kapitalistische organisatievormen van de arbeid gerechtvaardigd is. Een vergelijking tussen de school en het bedrijf kan bijzonder verduidelijkend werken, alhoewel dergelijke vergelijkingen hun limieten hebben. De tegenstellingen werken in het ene zoals in het andere. De crisis betekent juist de uitdieping van die tegenstellingen. Het doel is niet de verbetering, noch de vernietiging maar de revolutionaire hervorming.

Een gevaarlijk proces

Illich vernietigt slechts de mythe van de burgerlijke school, om ze te vervangen door de mythe van de bevrijdende opvoeding. Hij stelt voor de school onmiddellijk te vervangen door vier netten van de kennis.
Een eerste zou het publiek de opvoedende elementen moeten ter beschikking stellen in de bibliotheken, de laboratoria, de tentoonstellingszalen. Ook de fabrieken, de luchthavens, de boerderijen zouden moeten worden opengesteld voor elkeen die ze wil leren kennen. En alle geproduceerde voorwerpen zouden opvoedend moeten zijn, nl. gemakkelijk te bestuderen. Dat is de zelfopvoeding.
Een tweede dienst verzorgt de opleiding. Het is een systeem van uitwisseling van kennis waarin diegenen die wat willen overdragen en zij die wat willen leren (lezen, schrijven, typen...) samenkomen. Diegene die iets kan of kent wordt als het ware het model. Illich erkent dat voor een groot aantal technieken en wetenswaardigheden het voorbeeld van een instructeur het beste middel is om te leren.
Een derde dienst zou de ontmoeting tussen “gelijken” vergemakkelijken. Het zou een waar communicatienet zijn, waar elke vraag naar een gezel voor werk of onderzoek zou worden geregistreerd. Het is het samenbrengen van gelijken. Hier wordt niet meer aangeleerd, de groepering gebeurt rond thema’s waarbij waardeoordelen worden gesteld.
De vierde dienst zou bestaan uit een groep opvoeders die ten dienste zou staan van de bevolking. Deze zouden ze als tijdelijke leerkracht kunnen gebruiken, zonder een afhankelijkheidsrelatie te riskeren. Illich rechtvaardigt de verhouding leerling-leraar. Hij citeert Aristoteles die erover sprak als een soort vriendschap “waarin een morele verhouding wordt opgebouwd, zonder dat precieze voorwaarden worden gesteld.” Het is een wederzijdse gift als onder vrienden. Thomas van Aquino zegt van dit onderwijs dat het de daad van liefde en medelijden is.


Deze voorstellen, die trouwens niet zonder aarzelingen worden ontwikkeld, illustreren in welk slop de idealistische ziener geraakt. Enkele voorstellen zijn gewoonweg reactionair. Illich stelt dat het kind de taal heeft ontdekt van in zijn prilste leeftijd zonder dat ze hem moet worden onderwezen. Elders stelt hij de terugkeer voor naar de grote denkers en blijft bij het schema van de middeleeuwse universiteit. Illich ontwikkelt de zeer elitaire vorm van onderwijs die zich herleidt tot de uitwisseling van ideeën. Maar hij vergeet dat de maatschappij in sociale klassen is verdeeld. Miljoenen kinderen zouden slechts een elementaire taal en kennis kunnen “ontdekken”, terwijl enkele uitverkorenen zich met het “denken” zouden bezighouden.

Wie gaat Illichs eerste opvoedingsnet controleren? Wie gaat toestaan dat de bedrijven opvoedingscentra worden? Illich stelt voor de opvoeding aan de werkgevers en hun diensten toe te vertrouwen. Hij steunt hierbij op één van de commentaren die Marx op het programma van Gotha had. Marx zegt daar dat de productieve arbeid aan de opleiding gebonden één van de belangrijkste factoren in de maatschappelijke hervorming zou zijn. Maar in dezelfde paragraaf schrijft Marx dat een algemene afschaffing van de kinderarbeid onverenigbaar zou zijn met het bestaan van de grote industrie, wat nu ook is voorbijgestreefd. En vooral eiste Marx, die een grote opvoedende waarde toekende aan de productieve arbeid, garanties vanwege de werkgevers.
Verder leiden de voorstellen van Illich niet naar de verdwijning van de leerkrachten (wat in zijn logica te verwachten zou zijn) maar slechts een verandering in hun rol. Ze worden museum- en magazijnbewakers, of monitoren tewerkgesteld volgens de wetten van vraag en aanbod, of denkers betaald door hun leerlingen.
Het reformisme, vooral wanneer het zich steunt op een idealistische visie op de wereld, wordt automatisch gerecupereerd door de heersende klasse. Illich wijst weliswaar enkele congenitale afwijkingen van het onderwijs aan. Hij mislukt echter in zijn voorstellen echte oplossingen voor de crisis te brengen, omdat hij er niet in slaagt de wortels van deze crisis te ontleden.