Geschreven: oktober 1972
Bron: De Internationale, Nederlandstalig theoretisch orgaan van de IVe Internationale, oktober-november-december 1972, nr. 1, jg. 1.
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
– Creative Commons License 3.0.
Algemeen: u mag het werk kopiëren, verspreiden en doorgeven; remixen en/of afgeleide werken maken; mits naamsvermelding.
| Hoe te citeren?
Laatst bijgewerkt:
| Verwant: • Over de processen in Tsjecho-Slowakije |
Toen de strijdkrachten van het Warschaupact Praag binnenvielen op 21 augustus 1968, bij het krieken van de dag, protesteerden miljoenen mensen hiertegen met verbijsterde verontwaardiging. Op dit ogenblik, meer dan 4 jaar na de invasie, zitten tientallen, misschien honderden personen gevangen omdat ze niet instemden met deze gang van zaken. Een ander aantal, het is moeilijk te zeggen hoeveel, werden ontslagen op hun werk en werden aan hun lot overgelaten. Zij ook gingen niet akkoord met de toestanden.
Al dezen worden of zullen worden bedreigd met een proces wegens hun activiteiten tijdens of na de Praagse lente. Men mag geen vertrouwen hebben in Husaks verzekering dat “er geen vooraf besliste processen zullen zijn.” Naast het feit dat de realiteit dit reeds heeft aangetoond (de processen van Petr Uhl, Jan Prchlik, Vladimir Skutina, Jiri Lederer, enz.) kan de logica zelf van de interventie slechts leiden tot repressie. Vermits de regering de macht ontbreekt om de mensen te overtuigen, moet zij overgaan tot de aanval: “van te voren besliste” of eenvoudig “besliste” processen zullen noodzakelijk blijven.
De huidige Tsjecho-Slowaakse regering stelt dit voor als noodzakelijk voor de verdediging van het socialisme. Maar er bestaat niets monsterachtiger of effectiever om het socialisme te discrediteren in de ogen van de massa’s in Tsjecho-Slowakije en elders. Omdat wij weten dat socialisme niets te maken heeft met deze politieopvatting, omdat wij weten dat de interventie van een leger (zelfs van een “rood” leger) tegen het gehele Tsjecho-Slowaakse volk meer nadeel bezorgde aan het socialisme in een paar uur tijd dan de jaren lange anticommunistische propaganda en de zogenaamde complotten die moesten bestreden worden, kunnen wij Husak, Bilak en Strougal het recht niet geven om te beslissen wie een echte socialist is en wie een contrarevolutionair. De verdediging van het socialisme behoort aan hen die ervoor vechten, niet aan hen die het de keel oversnijden.
Vandaag impliceert deze strijd de verdediging van de gevangen Tsjecho-Slowaken. Het is in feite onmogelijk om zich tevreden te stellen met het uitdrukken van geïsoleerde “afkeur”. Alsof de interventie “geïsoleerd” bleef en alsof zij niet gevolgd werd door “normalisering” en dan door “consolidering”. Dezelfde redenen die ons ertoe brachten onze “afkeer” uit te drukken, dwingen ons vandaag te vechten tegen de processen; de verdediging van het socialisme kan geen compromis, geen dubbelzinnigheid verdragen.
Daarom:
- Bewust van de ernstige bedreigingen die wegen op de gevangen Tsjecho-Slowaken tegen wie de regering de politiemethoden van de jaren ’50 gebruikt;
- Bewust van het feit dat de repressie in Tsjecho-Slowakije het socialisme een imago geeft dat enkel afkeer kan opwekken,
roepen de ondertekenaars op voor de instelling van een “Internationale Jury” die door het verzamelen van het meest mogelijke bewijsmateriaal de methoden en de doeleinden van de huidige repressie in Tsjecho-Slowakije zal blootleggen, de verdediging van de beschuldigden op zich zal nemen en de beschuldiging zal keren tegen de beschuldigers.
Claude Aveline, Frankrijk; Robin Blackburn, Groot Brittannië; Marguerite Bonnet, Frankrijk; Claude Bourdet, Frankrijk; Peter Bruckner, West-Duitsland; Andreas Buro in naam van de Linkse Federatie van West-Duitsland; Eric Corijn, België; Igor Cornelissen, Nederland; Claude Courtot, Frankrijk; Tamara Deutscher, Groot-Brittannië; Hans Magnus Enzensberger, West-Duitsland; Roger Garaudy, Frankrijk; C. Gavras, Frankrijk; Wilfried Gottschald, West-Duitsland; Daniel Guérin, Frankrijk; Gisèle Halimi, Frankrijk; Georges Haup, Frankrijk; Denis Horman, België; Rein v.d. Horst, Nederland; Edmond Jaguer, Frankrijk; Simone Jaguer, Frankrijk; Vladimir Jankelevich, Frankrijk; André Jeanson, Frankrijk; Serge Jonas, Frankrijk; Yves Jouffa, Frankrijk; Jan v. Kerkhoven, België; Joost Kircz, Nederland; Alain Krivine, Frankrijk; Eddy Labeau, België; Henri Lefèbre, Frankrijk; Eric Losfeld, Frankrijk; Jacques Madaule, Frankrijk; Ernest Mandel, België; Franz Marek, Oostenrijk; Dyonis Mascolo,Frankrijk; Leo Matarasso, Frankrijk; Matta, Frankrijk; Daniel Mayer, Frankrijk; Tom v.d. Meer, Nederland; Dr. Minkowski, Frankrijk; Yves Montand, Frankrijk; Claude Morgan, Frankrijk; Maurice Nadeau, Frankrijk; Pierrs Naville, Frankrijk; Valerio Ochetto, Italië; Theodore Pangalos, Griekenland; Jiri Pelikan, Tsjecho-Slowakije; Jean Picart Le Doux, Frankrijk; Michel Piccoli, Frankrijk; Herman Pieterson, Nederland; Petkoff, Venezuela; Sibylle Plogstedt, West-Duitsland; Jean Pronteau,Frankrijk; Michel Raptis, Frankrijk; Madeleine Reberioux, Frankrijk; Michel Rocard, Frankrijk; Laurent Schwartz, Frankrijk; Jean Schuster, Frankrijk; Jorge Semprun, Frankrijk; Simone Signoret, Frankrijk; Hans-Rudolph Sonntag, West Duitsland; A.G. v.d Spek, Nederland; Mikis Theodorakis, Griekenland; Fritjof Tichelman, Nederland; Charles Tillon, Frankrijk; Raymonde Tillon, Frankrijk; Herman Ubachs, Nederland; François Vercammen, België, Jean-Pierre Vernant, Frankrijk; Vercors, Frankrijk; Theo Wiering, Nederland; Eric Windgassen, Nederland; Zaroubine, USA.
