Geschreven: 7 januari 1918
Bron: De Nieuwe Tijd, 23e jaargang, 1918 - Via: kb.nl
Vertaling: Herman Gorter
Deze versie: spelling en matige modernisering
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
In het Publieke Domein
| Hoe te citeren?
Laatst bijgewerkt:
Verwant: • Manifest van Zimmerwald • Vijftig jaar geleden, 1914, het Grote Schisma • De Russische Revolutie |
De volgende stellingen zijn door Lenin verdedigd voor een groep militanten te Petrograd. Zij vormen een krachtige rechtvaardiging van de te Brest-Litovsk gesloten vrede en tonen duidelijk aan dat de republiek der Sovjets, door hem te aanvaarden, het internationale socialisme niet heeft verraden.
1. De toestand der Russische Revolutie is op het ogenblik zodanig – gegeven dat bijna alle arbeiders en de grote meerderheid der boeren aanhangers zijn van de machtshandhaving der Sovjets, en van de sociale revolutie door de Sovjets begonnen – dat het welslagen der sociale revolutie in Rusland verzekerd schijnt.
2. Terzelfder tijd heeft de burgeroorlog, in het leven geroepen door de dolle tegenstand der bezittende klassen, welke zeer goed weten dat het gaat om de laatste en beslissende strijd voor het behoud van het privébezit van land en productiemiddelen, nog niet zijn hoogtepunt bereikt. In deze strijd is de zege der Sovjets zeker, maar gedurende enige tijd nog zijn zekere pogingen absoluut noodzakelijk. Een periode van desorganisatie is onvermijdelijk – dit is bij alle oorlogen het geval, hoeveel te meer dan bij een burgeroorlog – voor de weerstand der bourgeoisie gebroken zal zijn.
3. Bovendien vertoont zich deze weerstand door lijdelijke manifestaties, niet door militair geweld: door sabotage, omkoping van vagebonden, omkoping van de agenten der bourgeoisie, die doordringen in de rijen der socialisten, om hun zaak te compromitteren etc. etc. Die weerstand is zo hardnekkig en uit zich op zo verschillende manieren, dat de strijd nog enige tijd zal duren en niet dan na enige maanden afgelopen zal zijn, terwijl de zege van het socialisme niet mogelijk is vóór al die hinderpalen uit de weg geruimd zijn.
4. Ten slotte is de taak van de socialistische reorganisatie van Rusland zo groot en zo moeilijk – ook door de kleinburgerlijke elementen die aan de proletarische beweging deelnemen en door het onvoldoende niveau van het proletariaat – dat de oplossing ervan nog veel tijd vereist.
5. Uit dit alles volgt dat het welslagen van de Russische Revolutie eist dat de Russische regering – tenminste gedurende enige maanden – de handen geheel vrij heeft, om over de bourgeoisie in het eigen land te kunnen zegevieren en om dan het grote werk van organisatie te ondernemen.
6. De internationale politiek der Sovjets moet zijn kracht putten uit de toestanden van de revolutie in Rusland, want de internationale toestand in dit vierde jaar is zodanig, dat men in het geheel niet voorzien kan het tijdstip van het omverwerpen van de imperialistische machten (van de Duitse regering onder andere). Het lijdt geen twijfel of de revolutie moet en zal uitbreken in Europa. Al onze hoop op een beslissende zege van het socialisme is gegrond op die overtuiging en op die wetenschappelijke vooronderstelling. Onze propaganda in het algemeen, en die van de verbroedering in het bijzonder, moeten verdiept en ontwikkeld worden. Maar het zou een vergissing zijn de tactiek van de socialistische regering te gronden op het vooruitzicht dat de Europese revolutie, en de Duitse vooral, in de komende maanden plaats zal vinden. Daar het absoluut onmogelijk is haar te voorzien, zouden alle pogingen in die richting op een kansspel neerkomen.
7. De onderhandelingen over de vrede te Brest-Litovsk hebben nu (7 januari 1918) bewezen dat in de Duitse regering de militaire partij de overhand heeft gekregen, en dat die partij met de regeringen der andere landen van de Vierbond doet wat zij wil. De militaire partij heeft werkelijk reeds een ultimatum aan Rusland gesteld, binnen enige dagen kan men de officiële formulering ervan verwachten. Dat ultimatum betekent: voortzetting van de oorlog, of het sluiten van een annexatievrede, dat wil zeggen dat de Duitsers alle streken behouden die ze bezet hebben, terwijl wij terug zullen moeten geven de streken die de Russische troepen bezet hielden en dat men ons een schatting oplegt (onder het mom van vergoeding voor het onderhoud der gevangenen) van bijna drie miljard, in een paar jaar te betalen.
8. De Russische regering heeft dus, dit dringende probleem op te lossen: moet deze annexatievrede onmiddellijk worden aangenomen, of moet de revolutionaire oorlog onmiddellijk gevoerd worden? In deze kwestie bestaat er geen middenweg. De oplossing kan niet uitgesteld worden, daar wij reeds alles gedaan hebben wat wij konden om tijd te winnen en de zaak te rekken.
9. Onder de argumenten waarvan men zich bedient om te bewijzen dat er onmiddellijk een revolutionaire oorlog moet worden gevoerd, zien wij in de eerste plaats het volgende: een onmiddellijke, afzonderlijke vrede zou, buiten de wil van hen die hem zouden moeten sluiten, een vergelijk betekenen met de Duitse imperialisten, zulk een vrede zou dus een breuk zijn met de beginselen van het internationale socialisme.
Deze redenering is geheel vals. Arbeiders die een staking verliezen door voorwaarden aan te nemen die voordelig zijn voor de kapitalist en onvoordelig voor hen zelf, verraden niet het socialisme. Slechts zij verraden de belangen van het proletariaat, die het socialisme verraden en onaannemelijke voorwaarden aannemen. Zij, die de oorlog tegen Duitsland een rechtvaardige en verdedigende oorlog noemen, zij verraden het socialisme, daar zij in werkelijkheid steunen op de Franse en Engelse imperialisten en voor het volk de geheime verdragen verbergen. Zij daarentegen, die niets voor het volk verbergen en geen geheim verdrag met de kapitalisten sluiten, verraden het socialisme niet in het minst wanneer zij een vrede sluiten, onvoordelig voor een zwak volk en voordelig voor de imperialisten van één groep, op een ogenblik dat er geen middel bestaat om oorlog te voeren.
10. In de tweede plaats werpt men ons tegen, dat wij door de socialistische vrede te sluiten, tegen onze wil agenten worden van de Duitse regering, in zover wij haar de mogelijkheid geven troepen van ons front terug te trekken en miljoenen krijgsgevangenen bevrijden. Maar ook dit argument bewijst niets, omdat een revolutionaire oorlog (tegen Duitsland) ons op dit ogenblik tot agenten voor het Frans-Engelse imperialisme zou maken. De Engelse hebben rechtuit aan de commandant van ons leger Krilenko voorgesteld honderd roebels per maand voor elke soldaat in geval wij de oorlog blijven voeren. Zelfs als wij geen cent van de Entente aannamen, zouden wij, wat het praktisch resultaat betreft, haar agenten worden, doordat wij een deel van Duitse troepen vasthouden.
Wat dit punt betreft: wij kunnen ons, zomin in het ene als in het andere geval, geheel losmaken van de imperialistische band, wat trouwens ook onmogelijk is zonder de vernietiging van het wereldimperialisme. Daaruit volgt dus, dat men, na de overwinning van het socialisme in een land, deze vraagstukken niet moet beslissen van het standpunt van een voorkeur voor één imperialisme, maar van het standpunt van de voor de ontwikkeling en versterking der reeds begonnen socialistische, revolutie meest gunstige voorwaarden.
Om kort te gaan, wij moeten onze politiek baseren niet op de keus tussen de twee imperialismen, maar op de mogelijkheid om de socialistische revolutie te versterken, of, ten minste, op de mogelijkheid om haar te helpen weerstand te bieden, totdat de andere landen zich bij de revolutionaire beweging aansluiten.
11. Men beweert dat de Duitse socialistische minderheid ons verzocht heeft niet voor het Duitse imperialisme te wijken. Maar wij keuren deze opvatting niet goed. Wij hebben altijd gestreden tegen ons eigen imperialisme, maar de overwinning op het imperialisme van een land door middel van een verbond met een “bevriend” imperialisme, dat is een handelwijze die wij verwerpen om redenen van beginsel en omdat wij haar voor ontoelaatbaar houden. Dit argument is dus, in het groot gezien, niets dan de herhaling der vorige argumenten. Indien de internationalistische socialisten van Duitsland ons vroegen om het sluiten van de vrede enige tijd uit te stellen en ons waarborgden dat de revolutionaire beweging in Duitsland op een bepaald tijdstip zou uitbreken, dan zouden wij eventueel dit punt in overweging kunnen nemen. Maar de Duitse internationalistische socialisten zeggen ons dit niet alleen niét, maar zij zeggen integendeel formeel: biedt zoveel mogelijk weerstand, maar beslist over het punt in overeenstemming met de belangen der Russische Revolutie, want het is onmogelijk iets positiefs te beloven ten opzichte van de Duitse revolutie.
12. Men beweert dat wij de revolutionaire oorlog beloofd hebben en dat het sluiten van de afzonderlijke vrede een verraad van eigen belofte zou zijn. Dit is niet juist. Wij hebben gesproken van de noodzakelijkheid om de revolutionaire oorlog voor te bereiden en te voeren in het tijdperk van het imperialisme. Dit zeiden wij om de theorie van het abstracte pacifisme, de totale negatie van de “nationale verdediging” te bestrijden in het tijdperk van het imperialisme; en wij zeiden het om de alleen fysieke instincten van een deel der soldaten te bestrijden; maar wij hebben niet de verplichting op ons genomen om de revolutionaire oorlog te beginnen zonder ons af te vragen of het mogelijk was hem op een gegeven ogenblik te voeren.
Ook nu is het onze plicht de revolutionaire oorlog voor te bereiden. Wij handhaven deze belofte, zoals wij alle andere beloften hebben gehandhaafd die het ons mogelijk was onmiddellijk te handhaven: wij hebben de geheime verdragen gepubliceerd, wij hebben aan alle volken een rechtvaardige vrede voorgesteld, wij hebben de vredesbesprekingen gerekt om aan alle volken de tijd te geven zich er bij aan te sluiten. Maar de vraag of men terstond de revolutionaire oorlog voeren kan, moet uitsluitend beslist worden van het gezichtspunt van zijn materiële mogelijkheid en van het gezichtspunt der belangen der Russische Revolutie die reeds begonnen is.
13. Wanneer men de argumenten ten gunste van een onmiddellijke revolutionaire oorlog samen beschouwt, dan ziet men dat zij een politiek vormen die misschien beantwoordt aan een verlangen naar schone gebaren, maar die absoluut geen rekening houdt met de materiële en klassevoorwaarden van het tegenwoordige ogenblik.
14. Het staat buiten twijfel dat ons leger, noch nu, noch in de loop der eerste weken en waarschijnlijk maanden, het Duitse offensief kan weerstaan en terugdringen, in de eerste plaats om de moeheid en uitputting van het merendeel van onze soldaten en de totale desorganisatie van de levensmiddelenvoorziening, in de tweede plaats om de absolute ontoereikendheid der paarden (die onze artillerie tot de nederlaag doemt), in de derde plaats omdat het onmogelijk is de kust van Riga te verdedigen, wat dan de vijand de mogelijkheid verschaft de rest van Lijfland te veroveren en ten slotte de inneming van Petrograd gemakkelijk maakt.
15. Vervolgens: er bestaat geen twijfel dat de meerderheid der boeren in ons leger zich nu voor een vrede met annexaties (door de Duitsers) zou uitspreken en niet voor de revolutionaire oorlog, terwijl de organisatie van een socialistisch leger en de vorming van de Rode Garde nog nauwelijks begonnen is.
Het zou geen ernstig werk zijn, de oorlog te voeren tegen de wil van de meerderheid van onze soldaten, nu het leger geheel en al gedemoraliseerd is, terwijl er vele maanden nodig zijn voor de vorming van een waarlijk proletarisch en door en door socialistisch leger.
16. Het armste deel der Russische boeren zou bereid zijn om een revolutie, die geleid werd door de arbeidende klasse, te steunen, maar het is niet bereid om terstond een revolutionaire oorlog te ondernemen. Het zou een ernstige dwaling zijn geen rekening met deze staat van zaken te houden.
17. Het staat dus op dit ogenblik met de revolutionaire oorlog aldus:
Als de revolutie in Duitsland in de loop van de eerste drie of vier maanden uitbarstte, dan zou de tactiek om de revolutionaire oorlog nu onmiddellijk te beginnen, niet noodlottig zijn voor onze Russische Revolutie.
Indien de Duitse revolutie, in de loop der eerste maanden niet plaats had, dan zou de voortzetting van de oorlog ten gevolge hebben dat nog grotere nederlagen Rusland zouden dwingen een nog nadeliger vrede te sluiten; die vrede zou dan bovendien niet gesloten worden door een socialistische, maar door een gemengde regering, bijvoorbeeld door een coalitie tussen de aanhangers van Tchemoff en de burgerlijke Rada, of iets dergelijks, omdat het leger der boeren, de oorlog totaal moe, de socialistische regering na enige weken zou omverwerpen.
18. Deze staat van zaken gegeven, is het ontoelaatbaar het lot der Russische Revolutie op het spel te zetten.
19. De Duitse revolutie zal volstrekt niet moeilijker gemaakt worden door het sluiten van een afzonderlijke vrede. Zij zal waarschijnlijk enige tijd verzwakt worden door het chauvinisme, maar de toestand van Duitsland zal zeer kritiek blijven. De oorlog met Amerika en Engeland zal lang duren en het imperialisme zal ten slotte geheel ontmaskerd worden – aan beide kanten. Het voorbeeld van de Russische socialistische republiek zal voortgaan de volken van de gehele wereld te bezielen en haar invloed zal enorm zijn. Aan de ene kant zal men zien het burgerlijk stelsel en de veroveringsoorlog van twee imperialistische groepen, aan de andere de vrede en de socialistische republiek.
20. Door een afzonderlijke vrede te sluiten bevrijden wij ons, voor zover de tegenwoordige omstandigheden het veroorloven, van de twee imperialistische coalities; voordeel trekkend van hun oorlog en hun wederzijdse vijandschap, hen verhinderend zich tegen ons te verenigen, profiteren wij van deze tijd om de socialistische republiek in Rusland te versterken. De reorganisatie van Rusland, gebaseerd op de dictatuur van het proletariaat, de nationalisatie der banken, van de grootindustrie, de ruil van de producten der steden met de coöperaties der kleine boeren van het land, is in economisch opzicht mogelijk, mits men enige maanden rustig werken kan. Een dergelijke organisatie zal het socialisme onoverwinnelijk maken in Rusland en zal een stevige basis vormen voor de vorming van een machtig Rood Leger van boeren en arbeiders.
21. Een waarlijk socialistische oorlog zou op dit ogenblik niet anders kunnen zijn dan een oorlog van de socialistische republiek tegen de burgerlijke landen, met de directe bedoeling, goedgekeurd door het socialistische leger, om de bourgeoisie in de andere landen omver te werpen.
Maar wij kunnen ons voor het ogenblik dit doel niet stellen. In werkelijkheid zouden wij nu voor Lijfland en Koerland strijden. Geen marxist, geen socialist in het algemeen, kan, zonder de grondbeginselen van het socialisme te verloochenen, bestrijden dat de belangen van het socialisme het zelfbeschikkingsrecht van een natie te boven gaan. Onze republiek heeft gedaan en gaat voort te doen alles wat zij kan doen voor het recht van Finland, de Oekraïne om ons eigen lot te beslissen. Maar, gegeven het feit, dat het bestaan der socialistische republiek bedreigd wordt door de schending van het recht van Polen, Litouwen en Finland om het eigen lot te regelen, spreekt het van zelf dat de belangen van de socialistische republiek boven alles gaan.
Dit is waarom hij, die zegt: “wij kunnen niet de schandelijke, onterende vrede tekenen, Polen verraden” enz., niet bemerkt dat hij, de vrede, berustend op de bevrijding van Polen, aannemend, niet anders zou doen dan het Duitse imperialisme sterker maken tegenover Engeland, België, Servië enz. De vrede berustend op de bevrijding van Polen, Litouwen en Koerland zou een patriottische vrede zijn van het standpunt van Rusland, maar het zou er niet minder een vrede om zijn met de Duitse annexionisten en imperialisten.
* * *
Tot zover Lenin’s stellingen.
Wij laten hier nog op volgen, wat onze medewerker D. C. van der Poel, die ons gelijktijdig een vertaling van bovengenoemde stellingen uit het Bulletin der Soc. Intern. Commissie te Stockholm deed toekomen, hieraan toevoegt:
Het 39e Bulletin van de Intern. Soc. Commissie te Stockholm, geeft mede de hoofdinhoud weer van een verklaring tegen het sluiten van de vrede, welke verklaring door 58 partijgenoten – van wie 10 op het Sovjetcongres stemrecht hadden – werd ondertekend. In dezelfde geest hebben ook Radek, Boecharin en anderen in verschillende artikelen tegen het sluiten van de vrede geageerd. “Het imperialisme van alle landen mobiliseert tegen de Russische boeren en arbeidersmassa, welke voor de eerste maal het vaandel van de socialistische omwenteling omhoog geheven hebben. En hoewel er op het ogenblik nog geen formeel verdrag tussen hen bestaat, is het toch duidelijk dat hun belangen gemeenschappelijk zijn. Onder deze omstandigheden blijft de Russische massa’s niets anders over dan de strijd met de internationale veroveraars, daar anders alle resultaten van de Oktoberrevolutie weer verloren gaan.
Dit blijkt ook uit de vredesvoorwaarden van de Duitse veroveraars, welke zich op het weerloze Rusland geworpen hebben. Deze voorwaarden beroven de Russische proletariër niet slechts van zijn brood en zijn dak; zij breken ook de kracht van het proletarisch front. Het gezag der sovjets zal gedwongen worden in zijn binnenlandse politiek concessies te doen.
Tegelijkertijd wordt aan de vijanden van de Duitse arbeidersklasse de mogelijkheid gegeven, deze wijs te maken dat men zich door een bandietenoorlog vrede en brood kon veroveren. Anderzijds geeft men aan de politici der Entente de gelegenheid het volk tegen het Russische proletariaat op te hitsen, en men versterkt de godsvrede.
De ondergetekenden verklaren uitdrukkelijk dat zij geen deel willen nemen aan de kritiek, welke de mensjewieken en de sociaal-revolutionairen op de Sovjetrepubliek oefenen. Maar zij zijn van mening dat het de plicht der Sovjets is een socialistisch leger in Rusland te organiseren, de arbeiders in alle landen tot toetreding tot dat leger op te roepen en deze idee over de gehele wereld te propageren.
Wij moeten niet het vredesverdrag goedkeuren, maar wij moeten ons klaar maken voor de strijd tegen het imperialisme van alle landen.
Daar een splitsing in de partij slechts schadelijk voor de revolutie zou zijn, onthouden de ondertekenaars zich bij de stemming over de goedkeuring van het vredesverdrag.
Bovenstaande documenten geven in hun tegenstelling een beeld van de ontzaglijke moeilijkheden waarmee de socialistische regering te kampen had. Moeilijkheden waarmee allen, die zo heel gemakkelijk hun oordeel en veroordeling over haar daden uitspreken, rekening te houden hebben.
Met sobere woorden schildert Lenin de toestand, die geen andere uitweg dan de vrede, overlaat, en de oppositie geeft in even eerlijke woorden de gevaren, welke het sluiten van deze vrede meebrengt, aan.
De geschiedenis heeft reeds geleerd, dat zelfs het aanvaarden van het Duitse ultimatum Rusland niet van de aanvallen van het Duitse imperialisme bevrijd heeft; en de dagelijks wederkerende gebeurtenissen maken de boven weergegeven argumenten van beide partijen steeds weer opnieuw belangrijk.
Maar er is nog iets anders wat wij uit de geschiedenis van de ongelukkige Duits-Russische vrede hebben te leren.
Niet de les die de opportunisten en sociaalpatriotten zo gemakkelijk hebben gevonden; namelijk dat de tijd voor een revolutionaire omwenteling nog niet daar is, omdat wij nog niet op het internationale proletariaat kunnen vertrouwen.
Neen, zo gemakkelijk maken wij ons niet van onze revolutionaire taak af. De geschiedenis van Brest-Litowsk legt ons integendeel een nieuwe taak op. Wij moeten de wapening van het proletariaat krachtig organiseren. Reeds nu. Niet alleen voor de gewapende strijd tegen de gewapende bourgeoisie, in de revolutiedagen, maar ook om onmiddellijk daarna weerstand te kunnen bieden aan de aanvallen van het internationale – zich tot het uiterste verdedigende – kapitalisme en imperialisme.
Een socialistische omwenteling is niet alleen een aanval op de bourgeoisie en het kapitalisme in het betrokken land; het is een aanval op het wereldkapitalisme, en het wereldkapitalisme zullen wij in dat geval tegenover ons vinden.
Dat wij ook in dit opzicht de internationale organisatie van het proletariaat niet genoeg kunnen bevorderen spreekt van zelf.