Edgar Lalmand

Het Marshallplan en de toekomst van België


Geschreven: 1947
Bron: Uitgeversmaatschappij Het Volk Kazernestraat 33-35, Brussel – In samenwerking met Dacob, Archief en Bibliotheek voor de Studie van het Communisme
Deze versie: spelling – omwille van de context zijn kommunisme, kommunistisch, ..., niet aangepast
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive

Laatste bewerking: 02 juni 2009


Verwant:
Nieuwe stromingen in de wereldeconomie
Beknopte historische inleiding over het trotskisme
De nieuwe technologie en de klassenstrijd

De belangrijke gebeurtenissen die op het ogenblik op het internationaal plan plaats grijpen, beïnvloeden op diepgaande wijze de toestand binnen onze landsgrenzen.

Onder de wereldgebeurtenissen die meer in het bijzonder de aandacht gaande maken, moeten wij zekere Amerikaanse ontwerpen vermelden, die ten andere met een verkeerde naam bestempeld worden als Marshallplan.

Bij gelegenheid van dit plan hebben zekere socialisten aan de communisten hun “verbitterd nationalisme” en hun “overdreven” bezorgdheid voor de bescherming van de nationale soevereiniteit van de kleine en gemiddelde naties verweten.

Wij hebben de nationale soevereiniteit — zoals ten andere evenmin de persoonlijke vrijheid, niet beschouwd als een metafysische abstractie, onafhankelijk van de toevalligheden. Indien wij niet aanvaarden dat zij gemeten wordt naar de kracht die elke natie bezit, aanvaarden wij nochtans zeer geredelijk de grenzen die haar opgelegd worden door de onmisbare samenwerking onder de naties.

Ons nationalisme, of juister gezegd, onze verknochtheid aan het vaderland, heeft ons nooit belet internationalisten te zijn, wat nochtans niet betekent dat wij bereid zijn de internationale der trusts te dienen.

Als marxisten, stellen wij de vraagstukken niet afzonderlijk, maar in hun geheel en maken het gedeeltelijke ondergeschikt aan het geheel. Wij ontleden de gebeurtenissen in functie van de belangen der arbeiders in het algemeen, in functie van de versterking en de verruiming van de democratie, in functie van de opmars naar het socialisme.

Het afglijden naar rechts

Tijdens de laatste maanden hebben wij in België, evenals in het merendeel van de kapitalistische landen, een duidelijk afglijden naar rechts bijgewoond. Het is onbetwistbaar dat de reactie zekere successen heeft geboekt.

Sommigen zien daarin een argument te meer ten voordele van de thesis, volgens dewelke wij ons zouden bevinden aan het begin “van een nieuwe stijgende fase van het kapitalisme, dat op vreedzame wijze naar het socialisme evolueert”. En zij besluiten hieruit tot de onnuttigheid, zo niet de negatie van de klassenstrijd, die zou vervangen worden “door de vruchtbare samenwerking der klassen in dienst van het algemeen belang.”

Het marxisme voorbijstrevend, verschijnt een nieuw “socialisme”, dat vastbesloten breekt met het materialisme, om zich — zonder de moed te hebben het te erkennen en onder de dekmantel van een bedwelmend humanisme — naar het idealisme te keren, waar al de reactionaire ideologieën elkaar ontmoeten.

Verklaarde Spaak enkele tijd geleden niet, dat de samenwerking van het socialisme met de christelijke beschaving het geluk van de mensheid zou verzekeren?

Deze “theorieën”, weergave van subjectieve verzuchtingen, hebben niets gemeens met een objectieve ontleding der feiten.

Wij bevinden ons niet aan het begin van een stijgende fase van het kapitalisme. Integendeel, dit is ernstig verzwakt uit de Tweede Wereldoorlog te voorschijn gekomen.
a) Het fascisme, de meest imperialistische en de meest aanvallende vorm van het kapitalisme, heeft een verpletterende militaire nederlaag geleden.
b) De belangrijke rol door de USSR in de oorlog gespeeld, bewijst de stevigheid van het Sovjetregime, de macht van het land van het socialisme, de superioriteit van de socialistische economie.
c) De Communistische Partijen werden op belangrijke wijze versterkt:
d) Een regime van volksdemocratie werd in verschillende landen van Europa ingesteld.
e) De strijd van de koloniale volkeren voor hun ontvoogding werd op belangrijke wijze ontwikkeld.
f) Een machtige democratische stroming heeft zich in het merendeel der kapitalistische landen ontwikkeld.
g) De Duitse, Italiaanse, en Japanse imperialisten werden uitgeschakeld; het Britse, Franse en nog andere imperialisten, werden ernstig verzwakt.
h) In verschillende kapitalistische landen werden beheers — en structuurhervormingen toegepast, die — ondanks onbetwistbare zwakheden — nochtans een groeiende invloed van de socialistische economie weerspiegelen.

De imperialistische fase die Lenin 30 jaar geleden als het opperste stadium van het kapitalisme bestempelde, werd niet voorbijgestreefd.

De klassenstrijd, verre van te verzachten, is nog verscherpt, hij ontwikkelt zich nu, meer dan ooit, op wereldschaal.

De innerlijke tegenstellingen van het regime komen geweldiger dan ooit tot uiting. Het uiteenvallen en de ontbinding van het kapitalisme gaan voort.

Maar het kapitalistisch regime, alhoewel het veroordeeld is, houdt zich in stand en klampt zich vast. Het is nog bekwaam zich te verdedigen en geduchte slagen aan zijn tegenstanders toe te brengen. De laatste fasen van de strijd zullen niet noodzakelijkerwijze de minst harde zijn.

* * *

De Verenigde Staten die versterkt uit de oorlog gekomen zijn, beschikken op het ogenblik over een geweldige macht.

Hun productiepotentieel overschrijdt in grote mate, zowel kwalitatief als kwantitatief, dit van gelijk welk ander land.

De kolenvoorraden van de Verenigde Staten zijn op dit ogenblik nog de meest belangrijke van de wereld.

Hetzelfde geldt voor de petroleumbronnen.

De Amerikaanse metaalnijverheid heeft gedurende de oorlog alle productierecords voor geutijzer en staal overtroffen, domein waarop zij reeds vóór de Tweede Wereldoorlog al haar concurrenten domineerde.

Het tekort aan rubber waaraan de Verenigde Staten deden, is op het huidige ogenblik vervangen door een massale productie van synthetisch rubber die nu reeds de tweederden bedraagt van een totaal verbruik in natuurlijk rubber van vóór de oorlog.

De handelsvloot der Verenigde Staten, die vóór de oorlog slechts het derde van de handelsvloot van Groot-Brittannië vertegenwoordigde, overtreft deze nu.

De scheepswerven en daarbij aansluitend, al de delicate nijverheden die geweldig veel geschoolde handenarbeid opslorpen voor het bouwen van machines en apparaten, noodzakelijk voor de scheepvaart, vormen op het ogenblik een belangrijke factor van de productie der Verenigde Staten.

De automobielnijverheid van Amerika heeft eveneens een productiepeil bereikt, waarbij de afstand die haar scheidde van de concurrerende buitenlandse nijverheden, nog verhoogd werd.

Indien wij ons nu naar het domein keren van de geldmarkt — zo belangrijk, omdat aldaar de kapitalistische winsten worden geconcentreerd, om over te gaan tot de verovering van de imperialistische profijten — dan is het opvallend dat een dergelijk productiepotentieel, dat gedurende de oorlog op volle toeren draaide, slechts enorme profijten heeft kunnen opeenstapelen die voor een zeer groot gedeelte beschikbaar zijn voor het investeren en het krediet, gezien hun expansie overeenstemde met een periode van een verplichte rantsoenering der verbruiksgoederen.

Deze overvloedige bronnen van krediet en beschikbaar geld worden nog verhoogd door het kanaal dat reeds vóór de tweede oorlog werd gevormd — ingevolge de gedachte van talrijke kapitalisten over gans de wereld, volgens dewelke het al of niet onderduims plaatsen van kapitalen overzee, de meest zekere toevlucht is ten overstaan van maatregelen die tegen het kapitaal zouden kunnen genomen worden.

Uit dit alles vloeit voort dat de overvloed van kapitalen in de Verenigde Staten, deze in de mogelijkheid stelt de grootste verdeler en de grootste rechtstreekse of onrechtstreekse controleur te worden van het krediet.

Bij deze schildering van de geweldige macht der Verenigde Staten, moeten wij eveneens hun voedingsbronnen vermelden, evenals de ernstige voorsprong die zij genomen hebben in de sector van het gebruik van de atoomkracht.

Tijdens de oorlog hebben de Verenigde Staten een indrukwekkend productiepotentieel ontwikkeld, waarbij duizenden nieuwe fabrieken in bedrijf werden genomen. Dan wanneer het merendeel der concurrenten van Amerika voortgingen te werken met een verouderde en versleten uitrusting, heeft de Amerikaanse nijverheid zich voortdurend opnieuw uitgerust op een versneld ritme, waarbij de jongste ontdekkingen van de moderne techniek werden benuttigd.

De economische en financiële macht der Verenigde Staten maakt hun kracht uit, maar zij is in zekere mate de bron van hun zwakheid.

De productie in de Verenigde Staten bedraagt op, het ogenblik 180 % (1938 = 100 %) — buitengewoon voordelig index — maar men mag niet uit het oog verliezen dat zij in 1943 een plafond van 230 % bereikte.

Aan de andere kant is het percent van de productie, opgeslorpt door de uitvoer, veel belangrijker dan voor de oorlog. Welnu, het gebrek aan dollars, dat zich meer en meer doet gevoelen, schept voor de exporteurs der Verenigde Staten een ernstige bedreiging.

Ondanks hun geweldige rijkdom, hangen de Verenigde Staten van het buitenland af, voor zekere zeldzame grondstoffen, die onmisbaar zijn voor het behoud van de productie.

Belgisch Congo is een bron van grondstoffen waaruit de Verenigde Staten op ruime schaal putten; inderdaad, onze kolonie levert hun niet alleen uraniumerts, maar eveneens koper, kobalt enz.

Dat is slechts één belangrijk uitzicht van het vraagstuk door het expansionisme der Verenigde Staten gesteld; wij zullen de gelegenheid hebben hierop verder terug te komen.

Het imperialisme der Verenigde Staten onderscheidt zich van het imperialisme door Lenin in 1916 ontleed, door zekere belangrijke karaktertrekken.

Tot aan de Tweede Wereldoorlog, waren verschillende machtige imperialisten in het strijdperk. Heden werden zekere uitgeschakeld, terwijl de Verenigde Staten een belangrijke voorsprong hebben genomen op de overlevende mededingers.

Tijdens deze laatste tientallen jaren, is de strijd tussen het socialisme en het kapitalisme niet alleen verscherpt, maar hij heeft nieuwe vormen aangenomen die hoofdzakelijk voortspruiten uit:
a) Het oprichten en de ontwikkeling van een socialistische economie in de USSR.
b) Het instellen in verschillende landen van een regime van een nieuw type, de volksdemocratie, gegrondvest op een “gemengd economisch regime waarin systemen van onderscheidene orde samenleven, het socialistische en het kapitalistische”.[1]

Aan de andere kant moet het feit dat de Verenigde Staten hun imperialistische concurrenten ruimschoots beheersen, noodzakelijkerwijze de verhoudingen onder de kapitalistische landen wijzigen.

De Verenigde Staten vormen heden de meest stevige kapitalistische burcht — en misschien wel de meest werkelijk stevige — in de wereld.

Een economische crisis gelijk deze van 1929, indien ze in de Verenigde Staten moest uitbarsten, zou het geheel van het kapitalistisch regime in zijn grondvesten kunnen doen wankelen.

Anderzijds kan de ontwikkeling van de socialistische economie in de wereld de desaggregatie en de ineenstorting van het kapitalistisch regime slechts versnellen.

Deze dubbele bedreiging: diepgaande depressie die het kapitalistisch regime aan het wankelen brengt en de versterking van de socialistische economie, bepaalt in ruime mate de politiek van het overzees imperialisme evenals deze van de wereldreactie.

Het yankee-imperialisme schrijft zich als essentiële doelstellingen in de huidige periode voor:
a) Zijn huidige suprematie behouden en versterken, ten einde in staat te zijn, een “kapitalistische wereldeconomie” te organiseren en te leiden, waarvan de innerlijke tegenstellingen zouden uitgeschakeld zijn.
b) Onder zijn leiding al de krachten van de reactie mobiliseren, ten einde, desnoods met geweld, de weg te versperren aan de democratie en het socialisme.
c) Het land van het socialisme ideologisch en economisch afzonderen, evenals de jonge volksdemocratieën, ten einde ze progressief te verzwakken en ze op de knieën te doen zinken, zo spoedig de omstandigheden het toelaten.

De ideologische afzondering moet de economische afzondering helpen tot stand brengen en vergemakkelijken.

De internationale reactie heeft de belachelijke legende van het ijzeren gordijn uitgevonden.

Maar wie heeft er aldus belang bij, Europa en met Europa, de wereld in twee vijandige blokken te verdelen? Wie heeft er, sedert het bestaan van de USSR, de politiek van de “gezondheidsgordel” toegepast?

Stalin heeft bij verschillende gelegenheden onderlijnd dat de twee regimes, het socialistische en het kapitalistische, zeer gemakkelijk kunnen samenwerken. Hij was zelfs van oordeel dat deze samenwerking gewenst ware. Inderdaad, het socialistisch regime heeft niets te vrezen van een vreedzame wedijver tussen de twee economieën. Het is klaar voor ieder mens van goede wil dat Oost-Europa en de Balkan niets te winnen hebben bij een nieuwe wereldoorlog, maar dat zij integendeel het grootste belang hebben, kredieten te bekomen die hen zouden in staat stellen, zich zo spoedig mogelijk her op te richten, zowel voor wat betreft de stoffelijke goederen als de mensenlevens, en met het doel zo vlug mogelijk de regimes van volksdemocratie, die voortgevloeid zijn uit de strijd voor de nationale bevrijding, te verstevigen.

Aan de andere zijde van de Atlantische Oceaan integendeel, gingen talrijke stemmen op ten gunste van een preventieve oorlog, die met weinig kosten en in recordtijd zou gewonnen worden, dankzij “het geheim van de atoombom”.

Het is Mr. Culbertson, uitvinder van de Bridgemethode, die zijn naam draagt, die verleden jaar een boek publiceerde waarin hij zegde dat men binnen de vijf jaar een oorlog met de USSR moet voeren.

Het is de gewezen Amerikaanse gezant, William Bullitt die, door geschrift en woord, op een bijna even onvoorzichtige wijze, een campagne voert in dezelfde geest.

Enkele tijd geleden verscheen in de Verenigde Staten een boek van Mr. Burnham, professor in de filosofie aan een belangrijke Amerikaanse universiteit.

In dat boek, op een weinig discrete wijze genoemd: “De strijd voor het bezit der wereld”, nodigt Mr. Burnham de Verenigde Staten uit, hun machtspolitiek tot het hoogste punt op te voeren, de Kommunistische Partij te verbieden en aan elke staat in de wereld te laten voelen, dat het goed is Amerika tot vriend te hebben en dat de gedachte alleen, het onder zijn vijanden te tellen van schrik moet doen beven.

Het Marshallplan werd voorgesteld als een opperste poging om het Oosten nader te brengen tot het Westen, dan wanneer het werkelijk voor doel heeft de vorming van een Atlantisch blok in de hand te werken, door het een economische grondslag voor te spiegelen.

In de “Nation Belge” van 25.7.49 kan men volgende cynische bekentenis lezen:

“Het Congres heeft belang beginnen te stellen in het Marshallplan van het ogenblik dat het zeker werd dat Rusland en zijn satellieten er niet wilden van weten. Het anti-Russisch gevoel in de kringen van het Congres, overheerst elk ander en het Marshallplan kwam voor als een goede zaak, alleen omdat het de schijn had, al of niet gerechtvaardigd, van een anti-Russische oorlogsmachine”.

De ontwikkeling van een machtige socialistische economie schept voor het kapitalistisch regime een bedreiging wier betekenis door de imperialisten niet wordt onderschat.

Dit verklaart de dodelijke haat van de reactie, voor het land van het socialisme, evenals de daadwerkelijke sympathie aan dit regime betuigd door de overgrote meerderheid der werkers, of ze nu communisten zijn of niet.

Er zijn talrijke socialistische leiders — ten minste in de landen die op het ogenblik onder Amerikaanse invloed staan — die beweren niet te willen of niet te kunnen kiezen.

Zeker, zij gaan niet zo ver, openlijk partij te kiezen voor het monopoliekapitalisme dat op het ogenblik in de Verenigde Staten heerst, met zijn gekende brutaliteit, maar zij hoeden er zich wel voor, er enige oppositie tegen te voeren. Zij aarzelen integendeel niet, de meest verachtelijke en de meest domme antisovjetlaster voor hun rekening te nemen en er zich de meest verbeten propagandisten van te maken.

Zij kunnen het aanvallend expansionisme van het yankee-imperialisme niet loochenen en zij verontschuldigen het bijna, door er tegenover te plaatsen wat zij noemen het Sovjetimperialisme en de zucht naar verovering van de USSR.

Het “humanistisch socialisme”, dat de actie misacht, wil zich boven de strijd plaatsen en biedt zich aan om scheidsrechter te zijn van de match. In afwachting herkauwen de pseudo-humanisten, opgesloten in de sfeer van de reine idee, het socialisme, geven bepalingen van een volmaakte democratie en discuteren over de heilige rechten van het individu, zoals anderen destijds discuteerden over het geslacht der engelen.

Wat al vindingrijke kronkelingen, wat al handige haarklieverij, om te ontsnappen aan de verplichting eenvoudig te kiezen tussen een reactionaire economie van een wanhopig kapitalisme en een socialistische economie in volle vlucht.

De Verenigde Staten en hun satellieten

In “Het imperialisme opperste stadium van het kapitalisme”, stelde Lenin vast dat het monopoliekapitalisme er in gelukte, hoofdzakelijk door de uitvoer van kapitalen invloed uit te oefenen op zekere “afhankelijke landen, die formeel genieten van de politieke onafhankelijkheid, maar die in werkelijkheid vastzitten in een net van financiële en politieke afhankelijkheid.”

Het yankee-imperialisme bewust van zijn suprematie, wil de last van dergelijke ingewikkelde methoden niet meer dragen en neemt zijn toevlucht min of meer tot een rechtstreekse inmenging.

De levering van goederen, betaalbaar op lange termijn, bijzondere vorm voor de uitvoer van kapitalen — heeft voorlopig de voorrang genomen op de klassieke investeringen, ten minste voor wat Europa betreft.

Het toestaan van dollarkredieten, noodzakelijk voor de aankoop van Amerikaanse producten die onmisbaar geoordeeld worden, is ondergeschikt aan de samenstelling van de ontlenende regering, aan de houding die zij ten overstaan van de USSR aanneemt en andere gelijkaardige voorwaarden.

Op de dag van het nationaal feest van het nieuwe Polen, lieten de telegrammen van de Amerikaanse agentschappen ons weten, dat de Amerikaanse kredieten aan de regering van Warschau geweigerd werden.

Maar enkele uren later, ondernam Holland zijn “politieoperaties” tegen de Republiek van Indonesië, wat het Staatsdepartement geenszins belette aan de wereld te verkondigen dat Holland de 150 miljoen dollar zou ontvangen die het gevraagd had.

Een dergelijke vergelijking van twee recente feiten — zij dateren van einde juli — hoeft geen commentaar.

Het imperialisme heeft niets gemeens met filantropie. Indien de kredieten nuttig kunnen zijn voor de ontleners, dan moeten zij in de eerste plaats winstgevend zijn voor de kredietgevers. De Verenigde Staten schieten dollars voor aan Europa om hun cliënteel te bewaren en anderzijds om de onmisbare grondstoffen te bekomen.

Zo lang mogelijk de economische inzinking vertragen, haar omvang tot het minimum herleiden, ziedaar een van de essentiële doelstellingen van het yankee-imperialisme in de huidige periode.

Een belangrijke vermindering van de productie zou de economie van de Verenigde Staten in een moeilijke toestand brengen die spoedig zou ontaarden in een economische crisis.

Niet toelaten dat de productie daalt, vereist het behoud van de uitvoer van gemanufactureerde en andere producten, en de invoer van de ontbrekende grondstoffen.

De Verenigde Staten wensen tijdens de eerste etappe de huidige economische verhoudingen tussen hun land en West-Europa te stabiliseren, verhoudingen die geboren werden uit de wereldoorlog en de naoorlogse behoeften, en die in het bijzonder voordelig bleken voor het Amerikaans imperialisme.

Het komt er op aan, de economie van de kapitalistische landen om te vormen in aanvullende economieën voor de Verenigde Staten.

Amerika zal Europa bevoorraden met in serie gefabriceerde afgewerkte producten, in producten van hoge hoedanigheid die een uitrusting eisen, gegrondvest op de jongste vooruitgang van de techniek.

Europa zal aan de Verenigde Staten grondstoffen leveren, producten van het ambachtelijk werk, halfafgewerkte producten die men voordeliger kan bekomen in landen met lage lonen.

De Verenigde Staten hebben er geen enkel belang bij, ons te helpen ons productiepotentieel te moderniseren of het te brengen op het peil van de moderne techniek; wat ons zou toegelaten hebben de hoedanigheid van onze handenarbeid te verbeteren en bij gevolg onze levensstandaard te verhogen.

Waarom zouden de Verenigde Staten hun cliënten van vandaag helpen om morgen hun concurrenten te worden?

Op het gebied van de landbouw hebben de Verenigde Staten het tekort aan voedingswaren, dat na de oorlog tot uiting kwam, ten profijt gemaakt om hun controle op te dringen op het gebied van de verdeling der levensmiddelen. Wij weten hoe van deze toestand gebruik werd gemaakt onder allerlei omstandigheden, ten einde zekere beslissingen en zekere oriëntaties op te dringen aan de naties die onder het tekort leden of zelfs hongersnood kenden.

Hebben de Verenigde Staten, om deze toestand in het leven te houden, enkele tijd geleden aan zekere Europese landen niet voorgesteld, aankoopcontracten af te sluiten voor grote hoeveelheden tarwe, gedurende verschillende opeenvolgende jaren te leveren? De prijzen waren zeer schappelijk... voor de verkoopeis, de hoeveelheden van dergelijk belang, dat zij de kopers verplichtten, hun tarwebezaaiingen te beperken en bijgevolg definitief te blijven afhangen van de Verenigde Staten voor wat het dagelijks brood betrof.

Iedereen weet dat Amerika ons op het ogenblik bloem levert in plaats van tarwe (dat laat toe de zemelen te bewaren); liever olie dan oliehoudende gewassen (dat veroorlooft de lijnkoeken te houden); gecondenseerde melk en eieren (liever dan het voedsel voor het vee en het gevogelte).

Dat alles maakt deel uit van een autoriteitspolitiek die er niet voor terugschrikt bij gelegenheid haar toevlucht te nemen tot bedreiging en intimidatie.

Door zonder meer deze ambitieuze voornemens van het yankee-imperialisme te onderschrijven, zouden wij niet alleen afzien van de kwalitatieve ontwikkeling van onze economie, maar zouden wij de achteruitgang van deze laatste voorbereiden en tezelfdertijd de daling van onze nationale levensstandaard.

Het volstaat een oogslag te werpen op de handelsbalans, om te begrijpen dat het ijdel zou zijn, van de kant der Verenigde Staten een compensatie te vinden voor dergelijke zware opofferingen.

Op het ogenblik vertegenwoordigen onze aankopen in de Verenigde Staten, in dollars uitgedrukt, het viervoudige van het vooroorlogs bedrag, maar het product van onze verkopen is niet gestegen.

Gedurende de eerste vijf maanden van het jaar, hebben wij uit de Verenigde Staten ingevoerd voor:

6.747 miljoen fr. waarvan 2.868 miljoen frank voor gefabriceerde producten.

Gedurende dezelfde periode hebben wij naar de Verenigde Staten uitgevoerd voor:

948 miljoen fr. waarvan 280 miljoen fr. voor afgewerkte producten.

De Verenigde Staten en Duitsland

Wij weten nu dat de redding van Europa, zoals ze opgevat wordt door de imperialisten van over de Atlantische Oceaan, een vlug herstel van de Duitse economie vereist.

Er zou kwestie zijn, aan Duitsland alleen 40 % voor te behouden van het geheel der kredieten door de Verenigde Staten toe te staan aan Europa; aan de andere kant zouden er onderrichtingen gegeven zijn met het doel praktisch een einde te stellen aan de herstelbetalingen.

Aldus zouden de beulen niet alleen van een gunstregime genieten, maar het herstel van hun economie zou gefinancierd worden door de opofferingen aan de slachtoffers opgelegd.

Het is niet van belang ontbloot, deze opvattingen te vergelijken met de methoden gebezigd in de Sovjetbezettingszone.

In een artikel, gewijd aan de economische toestand van Duitsland, in de “Neue Züricher Zeitung” van 18 juli ll. verschenen, lezen wij: “...het schijnt dat de methode in de Russische zone toegepast, gelukkiger is dan de politiek van de Westerse mogendheden. Zelfs indien men bevestigt dat 80 % van de nijverheidsproductie bestemd is voor de Russische herstelbetalingen, bestaan er voorwaarden van volledige tewerkstelling in de Russische zone en de arbeidende bevolking heeft de indruk, een betrekkelijk verzekerd bestaan en een minimumpeil van bevoorrading te hebben. In de Westerse zones verklaren de dagbladen dat het peil der bevoorrading op het minimum staat, maar dat de bevolking de indruk niet heeft van een doorgevoerde productie en bijgevolg ook niet van een bestaanszekerheid. De aangroei van de spaargelden in de Russische zone (uitgezonderd te Berlijn) en de vermindering van de spaargelden in de Westerse zones zijn onder dat opzicht veel betekenend).

België heeft op Duitsland een schuldvordering van ongeveer 450 miljard, wat bij benadering 21/2 maal het nationaal inkomen van 1946 vertegenwoordigt.

Wij hebben geen precieze gegevens voor wat het bedrag betreft van wat ons tot heden toe gegeven werd in afbetaling op onze schuldvordering van 450 miljard, maar het is zeker dat zulks niet veel vertegenwoordigt.

De toestand is niet veel beter voor wat betreft de andere herstelbetalingen.

Op 2.000 Duitse fabrieken die zouden moeten toegestaan worden aan de 18 opeisende landen, ten titel van herstelbetaling, werden er nauwelijks 125 theoretisch toegekend, hetzij minder dan een tiende van wat voorzien werd, om het akkoord van Potsdam, ondertekend door President Truman, te verwezenlijken. En nochtans betreft het hier een theoretisch cijfer, daar de Amerikanen en de Britten de mogelijkheid niet vinden, de aangepaste vervoermiddelen ter beschikking te stellen van de rechthebbenden, ten einde de onttakelde fabrieken weg te nemen, evenmin als zij de mogelijkheid vinden de brevetten af te leveren, inbegrepen deze die nochtans reeds in de Verenigde Staten gebezigd worden.

Aan de andere kant dulden de Engels-Amerikaanse overheden — om geen ander woord te gebruiken — dat de Duitsers zich beginnen te verzetten tegen de herstelbetalingen.

Aldus hebben te Essen, in begin juli, 17.000 personen kunnen deelnemen aan een betoging om te protesteren tegen “de vernietiging van de Kruppfabrieken”. De burgemeester van de stad deed gelden dat het bewaren der fabrieken belang had voor de wederopbouw van geheel Europa.

Op 21 juli heeft de gemeenteraad van Dusseldorf zich uitgesproken tegen de onttakeling van de Henckel staalgieterij en de Britse regering van de Westfaals-Rijnlandse provincie heeft laten weten dat ze dit protest steunde.

Op het huidig ogenblik worden de viervijfden van de in de Ruhr opgedolven kolen in Duitsland verbruikt.

Een Frans dagblad was in staat, enkele tijd geleden bekend te maken, dat de grote motoren en autofabrieken BMW waarvan de machines werden uiteengenomen en ingepakt om naar Frankrijk verzonden te worden, op het ogenblik ter plaatse weerhouden worden ingevolge een beslissing van de Amerikaanse militaire bevelhebber. Hetzelfde dagblad preciseerde nog dat zulks eveneens waar was voor een grote fabriek van kogellagers, de Kugelfisher, fabriek, in Amerikaanse zone gelegen.

Nochtans zouden de Ruhrkolen (vervangen door zeer dure Amerikaanse kolen van slechte hoedanigheid) de elektrische drijfkracht, het hout, en nog andere producten, die wij normaal zouden kunnen moeten bekomen ten titel van herstelbetaling, ons hebben veroorloofd vlugger onze productie te ontwikkelen.

Zekere fabrieken, zekere machines, zekere brevetten, waarop wij recht hebben ten titel van herstelbetaling, zouden ons sedert lang in staat hebben gesteld, de heroriëntatie van onze economie aan te vatten, zonder dewelke wij onze levensstandaard niet kunnen behouden.

Op zijn minst genomen kan men betwisten dat het herstel van Europa het voorafgaandelijk herstel van de Duitse economie eist.

Het is integendeel duidelijk dat, met een houding aan te nemen ten overstaan van Duitsland zoals hierboven geschetst, het yankee-imperialisme vóór alles zijn eigen belangen wil dienen.

De wederuitrusting van Duitsland, in de voorwaarden die de Verenigde Staten aan hun partners willen opleggen, zal de wederuitrusting van andere landen remmen — onder meer van België — landen die in staat zijn, zich in grote mate vrij te maken van de voogdij der Verenigde Staten.

De controle en de oriëntatie van een herstelde Duitse economie zou de controle en de oriëntatie der economie van het kapitalistisch Europa vergemakkelijken.

Een Duitsland met een oorlogspotentieel gebracht op het peil van vóór de oorlog, zou een belangrijk arsenaal en tevens een versterkte vesting uitmaken, tegen de USSR gericht.

Wat ook de huidige en toekomstige inzichten van de Verenigde Staten mogen zijn, voor wat betreft de eventuele benuttiging van het Duitse oorlogspotentieel, het blijkt onloochenbaar dat de wederopbouw van dit potentieel een ernstige bedreiging zou betekenen voor de veiligheid van ons land, evenals voor de andere buurstaten van Duitsland.

Het kan ons niet verwonderen dat de illusies, in het leven geroepen bij het begin van het Marshallplan neiging vertonen om te verzwinden. Het is inderdaad moeilijk, niet te zien dat de politiek, door het yankee-imperialisme gevolgd geenszins samenvalt met de belangen der werkers, die ten andere gelijklopend zijn met deze van de ganse natie.

De ongerustheid schijnt zelfs zekere kapitalistische kringen te zijn binnengedrongen en steeds groter voorbehoud komt tot uitdrukking in Frankrijk zowel als in Engeland.

Benelux integendeel, indien men tenminste rekening houdt met de officiële uitingen, gaat voort een opgelegd optimisme tentoon te spreiden en schijnt vandaag in Europa de beste advocaat van het yankee-imperialisme te zijn. Dit laatste aarzelt ten andere niet, Benelux als voorbeeld aan te halen aan zijn minder volgzame partners.

Een dergelijke houding wekt des te meer verbazing vanwege België dat, gezien het een belangrijk leverancier is van de kostbare grondstoffen zoals het uranium, het kobalt en het koper, zich misschien meer dan welke andere satelliet ook, kan veroorloven een onafhankelijke houding aan te nemen ten overstaan van een machtig bondgenoot.

Het Marshallplan komt op zijn uur

Sedert enkele tijd reeds hebben de specialisten de voortekenen gesignaleerd van een economische inzinking. Hoogstens verschillen zij van mening voor wat betreft de mogelijke intensiteit.

In de Verenigde Staten heeft men niet zonder ongerustheid de snelle verhoging van de voorraden onderlijnd, evenals de ernstige daling der beurswaarden en deze van zekere grondstoffen en graangewassen; de belangrijke vertraging in de bestellingen voor de uitvoer, voortvloeiende uit de vlugge uitputting van de dollarvoorraden in het bezit van de cliënten van Amerika; de inkrimping van de productie en de verhoging van de werkloosheid.

In de “Nation Belge” van 25-7-47 lezen wij in betrekking met het voorgaande:

“Men mag inderdaad niet vergeten dat de Amerikaanse nijverheidskringen van oordeel zijn dat de wederopleving van Europa volstrekt onmisbaar is, indien Amerika wil ontsnappen aan een inzinking die veel verschrikkelijker zou kunnen zijn dan deze die hier geheerst heeft (in de Verenigde Staten) omstreeks het jaar 1930”.

Juist omdat hij een klare kijk had op deze toestand, heeft generaal Marshall op de universiteit van Harvard zijn nu beruchte redevoering uitgesproken.

Niemand zou durven beweren op het huidig ogenblik dat deze redevoering zal leiden naar de wederopleving van Europa. Maar het is van nu af zeker dat het Marshallplan bepaalde voordelen, tenminste tijdelijk, aan de Verenigde Staten zal verschaffen.

De daling der waarden kwam tot stilstand, de koersen stegen en een nieuwe vloed van bestellingen voor de uitvoer volgde.

Deze redevoering heeft ten andere beter de inzichten van het yankee-imperialisme doen begrijpen.

Deze inzichten verrechtvaardigen geenszins het onschuldig optimisme van degenen die niet aarzelden te verklaren dat de door de Verenigde Staten gedane beloften hen in staat stelden het vraagstuk van het Europees herstel praktisch als opgelost te beschouwen.

Betekent zulks dat wij zonder meer de Amerikaanse voorstellen willen verwerpen? Geenszins. Wij zijn inderdaad van oordeel dat de Verenigde Staten bekwaam zijn, een substantiële hulp te verlenen, die van aard is in grote mate de geweldige taak te vergemakkelijken van de Europese wederopleving.

Maar het komt er op aan, op juiste wijze ingelicht te worden over de aard en het belang van de aangeboden hulp en de voorwaarden waaraan men ze ondergeschikt wil maken.

Het vraagstuk moet bestudeerd worden in verband met de behoeften van Europa, zeker, maar men moet tevens rekening houden met de politiek door Washington gevoerd sedert de dood van President Roosevelt.

Wat ons betreft, wij zijn van oordeel dat de kwestie moet onderzocht worden in haar geheel en dat intussen onder meer:

- De versteviging en de verruiming van de politieke democratie en de verwezenlijking van de economische democratie essentiële doelstellingen vormen voor de werkers in de huidige periode;

- Het yankee-imperialisme met zijn verbondenen en zijn knechten, zowel als de internationale reactie, de bijzonderste vijanden zijn van de versteviging en de verruiming van de politieke democratie, van de verwezenlijking van de economische democratie;

- De verbondenen van de werkers in de strijd tegen de wereldreactie, ondersteund door het yankee-imperialisme; zijn
Het land van het socialisme;
De landen met een regime van volksdemocratie;
De volkeren in strijd voor hun ontvoogding;

- De arbeidende klasse de voorhoede vormt van de krachten van de vooruitgang in strijd tegen de reactie; dat zij zich de steun van al de democraten moet verzekeren, van alle mensen die bezorgd zijn om de onafhankelijkheid van hun land te bewaren, van al degenen die verknocht zijn aan het behoud van de vrede.

Het afglijden naar rechts in België

Ongeveer vijf maanden geleden werden de communisten gedwongen de regering te verlaten, omdat zij weigerden zich akkoord te verklaren met een willekeurige vaststelling van de prijs der kolen, die moest leiden tot een ophefmakend failliet van de politiek van prijzen en lonen.

Wij beschikken op het ogenblik over voldoende afstand, om op objectieve wijze de sedertdien afgelegde weg te beoordelen.

De financiële toestand van het land is verre van schitterend. De CVP die nu aan het bewind is, heeft zich gehaast, haar kritieken en beloften van vroeger te vergeten. Zij had drastische bezuinigingen geëist; welnu, het schijnt dat het overschrijden der kredieten op het huidig ogenblik veel verder gaat dan wat de grootste pessimisten nauwelijks enkele maanden geleden durfden vrezen. Spreekt men in zekere, over het algemeen zeer goed ingelichte kringen niet over een tekort van ongeveer 20 miljard? Men wacht nog steeds op de inventaris van de financies van het land, waarover in de regeringsverklaring werd gesproken. Het land is minder ingelicht dan ooit, daar de regering systematisch weigert de noodzakelijke inlichtingen te verschaffen over de toestand van de inkomsten en de uitgaven.

Zoals het te voorzien was, is de afstand tussen prijzen en lonen steeds groter geworden, ondanks de optimistische verklaringen van ministers, die de waarheid willen loochenen.

Terwijl de prijzen en profijten stegen, bleven de lonen geblokkeerd.

Aldus worden de inzichten van de geldmachten bevestigd — en ogenschijnlijk deze van de regering — de kosten voor het economisch herstel van het land op de rug der werkers af te wentelen, van nu af aan de bezittende klasse te behoeden tegen de gevolgen van de komende economische inzinking.

Er was niet veel tijd nodig om vast te stellen dat het vertrek van de communisten uit de regering, dat vreugdekreten ontlokte aan de reactie en de verhoudingen met Washington vergemakkelijkte, zeker niet had bijgedragen om de lot van de werkers te verbeteren.

De ontevredenheid ging stijgende, in dergelijke mate dat de regering meende, een veiligheidsklep te moeten openen: de Nationale Conferentie van de Arbeid.

Deze NCA bracht verbintenissen en beloften tot stand.

Al de verbintenissen werden niet integraal nagekomen, terwijl de beloften in de vergeethoek schijnen geraakt.

Tijdens de laatste weken ontwikkelde de toestand zich in ongunstige zin voor de werkers.

De burgerlijke mobilisatie, eensgezind door de arbeiders veroordeeld, blijft behouden. Nauwelijks enkele dagen geleden werden arbeiders van de Sector “Gas-Elektriciteit” tot zware boeten veroordeeld, omdat zij geweigerd hadden gevolg te geven aan een opeisingsorder.

De syndicale erkenning, in beginsel aanvaard, blijft in feite nog een dode letter in het merendeel der gevallen.

Zelfs de onschuldigste structuurhervormingen, zoals het wetsvoorstel Delattre betreffende de kolenmijnen, zoals de nationalisatie van de Nationale Bank, blijven vredig slapen in stofferige kartons.

De meest volledige duisternis heerst op het gebied van de wederuitrusting, de heroriëntatie van onze economie, het tot stand brengen van nieuwe nijverheden, de planificatie van de economie.

Het wetsontwerp betreffende het handelseigendom is sedert weken in de Commissie voor Economische Zaken blijven hangen. Het is duidelijk dat de CVP vreest, zijn grote kiezers en de grote eigenaars te mishagen.

Het wetsontwerp betreffende de pachten wordt door de senatoren van de CVP, natuurlijke beschermers van de grote grondeigenaars, systematisch van zijn inhoud ontdaan, zodanig dat er niets positiefs meer in het ontwerp blijft.

Wij zijn de enigen geweest om protest aan te tekenen tegen het besluit tot niet-vervolging ten gunste van de Emissiebank! Deze niet-vervolging nochtans zal aan de Nationale Bank toelaten, aan de Staat voor te stellen de gestolen 64 miljard voor zijn rekening te nemen. En indien de regering deze weg opgaat, zoals het te vrezen valt, zullen het de belastingbetalers zijn, die de kosten van dit mooie gebaar zullen dekken.

De fiscale ontlastingen, die zo-even aanvaard werden, begunstigen voornamelijk de rijken; ten andere, een gedeelte van wat aan de werkers werd toegestaan, werd terug afgenomen, om het dubbel betaald verlof gedeeltelijk te financieren. Hier ook waren de communisten de enigen om zich te verzetten, tegen wat meer en meer voorkomt als een handige tekstverklaring.

De wet op de oorlogsschade werd door de Kamer aangenomen, maar de demagogische amendementen, door de rechterzijde van de Senaat voorgesteld, brengen alles terug op het tapijt.

Meer dan 30 maanden wachten de geteisterden reeds; en men had minder dan 30 minuten nodig om de vergoeding van de leden van de Kamer der Volksvertegenwoordigers van 100.000 op 180.000 te brengen.

Zeker het beginsel van de perequatie der parlementaire vergoedingen kan aanvaard worden. Maar zoals Dispy het verklaarde op het spreekgestoelte van de Kamer:

“Wij zijn van oordeel dat men moet overgaan tot een algemene herziening van de werkmethode van het Parlement. Doch wij denken dat het niet geschikt is dit algemeen vraagstuk te regelen door de verhoging van de parlementaire vergoeding, welke er slechts een bijzonder uitzicht van is.”

Men neemt een dergelijke beslissing niet op het ogenblik, waarop de meerderheid van het Parlement van oordeel is, dat het blokkeren der lonen moet behouden blijven.

De huurprijzen zullen verhoogd worden te beginnen van 1 januari a.s.

Het afglijden naar rechts gaat voort in versneld tempo. Het verschil tussen prijzen en lonen vergroot.

De levensstandaard der werkers daalt.

De wederaanpassing der lonen wordt druppel voor druppel toegestaan en de regering verbergt geenszins haar wil alles in het werk te stellen ten einde het blokkeren der bezoldigingen te behouden.

Praktisch worden de prijzen aan zichzelf overgelaten, en overgeleverd aan het vrije spel van de concurrentie.

Degenen die in de oppositie een demagogische campagne voerden tegen de controle, beroepen er zich nu op, om maatregelen te doen aanvaarden die slechts de prijsstijging kunnen begunstigen.

Hoe kan men nu een controle opleggen, nadat men jaren deze controle systematisch heeft gesaboteerd?

Van 1 augustus af, werd een reeks toelagen afgeschaft of verminderd. Tezelfdertijd werden verschillende maatregelen genomen voor het mobiliseren en het afleveren van de hoeveproducten.

De prijsverhoging van de vroeger gesubsidieerde producten, zal gedeeltelijk vergoed worden door de toelagen, waarvan zekere categorieën burgers zullen genieten, die men beschouwt als economisch zwakken.

De regering beweert aldus een ernstige begrotingsvermindering tot stand te brengen.

Het zal weldra duidelijk worden dat de werkelijke besparingen ver beneden de officiële cijfers blijven. In feite geld het hier een publiciteitsverhandeling, met het doel de groeiende ongerustheid, veroorzaakt door de financiële toestand van het land, te kalmeren.

Wat betreft de terugslag hiervan op de verhouding prijzen lonen, is het duidelijk dat de afschaffing der toelagen een nieuwe verhoging van de levensduurte voor gevolg zal hebben, evenals een ernstige wijziging in de verdeling van de essentiële voedingswaren en zulks ten nadele van de personen met lage inkomsten.

De koopkracht der lonen verhogen

Op de Nationale Conferentie van de Arbeid hadden werkers een verhoging van de koopkracht van lonen en wedden bekomen. Dat resultaat, door ons toegejuicht, wordt vandaag in gevaar gebracht door nieuwe prijsverhogingen.

Reeds neemt men met de linkerhand terug wat men met de rechterhand gegeven had.

Maar de lessen van de Nationale Conferentie van de Arbeid zijn daarom niet verloren.

De wil der arbeiders om wat hun toekomt te bekomen, is geenszins verzwakt.

De aanvragen voor wederaanpassing belopen in de honderden, een koortsachtige stemming heerst in verschillende belangrijke sectoren, stakingen zijn uitgebarsten.

Dit alles is als zovele manifestaties van wat het hoofddoel schijnt der hand — en hoofdarbeiders:

De koopkracht verhogen van wedden en lonen, het verschil opslorpen tussen prijzen en lonen.

* * *

Wij hebben niet opgehouden te bevestigen dat de prijsdaling het meest doelmatige middel vormt om de koopkracht der lonen te verhogen.

Meer dan wie ook hebben de werkers belang bij de prijsdaling.

Inderdaad, deze oplossing veroorlooft ons een wijziging te brengen aan de verdeling van het nationaal inkomen en zulks ten gunste der werkers, maar eveneens het nationaal inkomen te verhogen voor het welzijn van de ganse natie.

De werkers, die de beste verdedigers zijn van het algemeen belang, hebben tot dwingende plicht, de prijzenslag voort te zetten en te winnen, door het kapitalistisch profijt op een peil terug te brengen, in overeenstemming met het algemeen belang.

De prijzenslag moet gevoerd worden op het productiefront.

De productie verhogen met het doel de kostprijs te verminderen, maar tezelfdertijd de verkoopprijs doen dalen door een doelmatige controle op de kostprijs.

De kolenprijs dient als grondslag voor het ganse prijzenstel. Met een zekere terugblik kan men beter de noodlottige gevolgen nagaan van de ongerechtvaardigde verhoging van de kolenprijs, die in mei ll. werd toegestaan en die ten andere als voorwendsel diende om de communisten uit de regering te weren.

Indien de kolenprijs daalt, kan men praktisch de prijzenslag als gewonnen beschouwen.

Er bestaat middel om de kolenprijs te doen dalen, de mijnwerkers zijn er van overtuigd.

Van dit ogenblik af neemt de daling van de kolenprijs een eerste plaats in onder de hoofdzakelijke eisen van de werkerswereld.

De koopkracht van de lonen kan verhoogd worden door fiscale ontlastingen, door een verlichting van de sociale lasten die op de werkers drukken.

In deze orde van gedachten, hebben de communistische parlementairen voorgesteld, de belastingen op te heffen voor de inkomsten die 36.000 fr. niet overschrijden, bedrag dat kan aanzien worden als een levensminimum. Hun voorstel werd ten andere verworpen.

Ten slotte is er nog de rechtstreekse aanpassing van de lonen aan de levensduurte, aanpassing waartoe men zijn toevlucht moet nemen in de mate waarin de onrechtstreekse methoden, waarvan hoger sprake, niet zullen toelaten op vlugge wijze het verschil tussen prijzen en lonen op te slorpen.

De tegenwerpingen zijn gekend: de loonsverhoging heeft prijsverhoging voor gevolg, de loonsverhoging leidt naar de devaluatie.

Men zou kunnen opwerpen dat de prijzen zijn gestegen ondanks het blokkeren van de lonen, wat ten andere aantoont dat het verschil tussen prijzen en lonen elastisch is.

Inderdaad, tussen de kostprijs — bij dewelke de lonen een rol spelen — en de verkoopprijs bestaat de meerwaarde die de kapitalist zich toe-eigent, d.w.z. het profijt.

Indien de verhoging der lonen wordt gecompenseerd door een overeenstemmende vermindering van het kapitalistisch profijt, zal de operatie de prijzen niet beïnvloeden.

Het bewijs werd geleverd in Frankrijk, waar het vakverbond en het patronaat een overeenkomst hebben afgesloten, waarbij een algemene verhoging van elf percent der lonen werd voorzien met het behoud van het algemeen prijzenpeil.

En wat de devaluatie betreft, wie zegt er ons dat de geldmachten er niet zullen in gelukken, ze ons op te dringen ondanks het blokkeren der lonen?

Wat er ook van zij, de kapitalisten hebben er het grootste belang bij, dat het verschil tussen prijzen en lonen zo groot mogelijk is, op het ogenblik van de devaluatie, op het ogenblik van de crisis, terwijl deze laatste desgevallend als voorwendsel zou dienen voor de eerste.

En hier vinden wij o.a. een reden te meer om gebruik te maken van de huidige conjunctuur, die voorlopig nog gunstig is, om zo snel mogelijk het verschil tussen prijzen en lonen te doen verdwijnen.


Het is te voorzien dat de eisenactie tijdens de komende weken in kracht zal toenemen.

Opdat deze actie vruchten zou dragen, moet zij worden voorbereid, georganiseerd en geleid door de syndicaten en niet van buiten de syndicaten uit of tegen hen.

In beginsel is een wilde staking steeds een vergissing. Maar men zou het vraagstuk verkeerd stellen, te beweren er het resultaat in te zien van ik weet niet welke machiavellistische drijverijen van de communisten.

Wanneer men dieper in de zaken ingaat, schijnt het dat, het merendeel der bewegingen, uitgelokt zonder regelmatige tussenkomst van de syndicale organisatie, voortvloeien uit een gebrek aan vertrouwen der werkers ten overstaan van het syndicaat.

En indien de gesyndiceerden van oordeel zijn — ten onrechte ten andere — dat zij het zonder hun leiders kunnen en moeten stellen, dan komt dit steeds of bijna altijd, omdat zij de mening zijn toegedaan — soms met reden — dat de democratie niet voldoende geëerbiedigd wordt in de schoot van de syndicale organisatie.

Indien het niet steeds juist is, dat de basis het syndicaat moet leiden, dan is het minstens evenzeer vals te beweren het syndicaat te leiden zonder de basis.

Wij moeten onze contacten met de massa ontwikkelen

Het offensief der reactie ontwikkelt zich. Het heeft niet alleen voor doel de levensstandaard der werkers te verminderen, maar eveneens de vlucht van de democratie te breken.

Indien de reactie er moest in gelukken de communisten af te zonderen, zouden de arbeiderskrachten verdeeld worden en de democratie ontkracht.

Daarom is het anticommunisme een der voornaamste wapens van de reactie. Deze laatste maakt het grootste gebruik van de internationale toestand om te trachten ons van de massa’s af te zonderen.

Daarom moeten wij meer dan ooit alles in het werk stellen om het contact met het volk te behouden en te versterken.

Verbonden zijn met de massa’s betekent vóór alles, met de werkers verbonden te zijn in de schoot der bedrijven, in de schoot der syndicale organisaties. Dat is de reden waarom de communisten de syndicale eenheid moeten verdedigen als hun oogappel.

Contact met de massa ‘s betekent nog: de belangen verdedigen van de landbouwers en van de middenstand, de bijzondere eisen verdedigen van de vrouwen, de jongeren, de gepensioneerden.

Contact met de massa’s betekent ten slotte zonder ophouden ijveren voor de vernieuwing van het vaderland, zonder afgeven strijden voor de verdediging van de onafhankelijkheid van het land en de vrijheid der volkeren.

* * *

Het zou vals zijn niet te beseffen dat de verhoudingen tussen communisten en socialisten werden beïnvloed door de aanvallende politiek van het yankee-imperialisme. Maar het zou gevaarlijk zijn slechts de negatieve uitzichten van de toestand te zien. Men kan de positieve resultaten in verschillende landen van Europa bekomen, door de eerlijke samenwerking tussen socialisten en communisten, niet onderschatten. Men kan niet loochenen dat op het nationale plan de samenwerking met de CVP — met tegenzin aanvaard door een groot aantal socialisten — minder dan ooit populair is in de schoot van de BSP.

Het feit dat de socialisten aan de regering deelnemen, terwijl de communisten zich in de oppositie bevinden, heeft zonder twijfel de taak van de reactie vergemakkelijkt; maar het helpt ons, daarbij beter de dwingende noodzakelijkheid te doen begrijpen van een steeds nauwere samenwerking tussen de twee arbeiderspartijen.

De reactie, en zekere socialisten voor wie het communisme steeds de hoofdvijand zal blijven, verwaarlozen niets om de afgrond die socialisten en communisten scheidt, te verbreden.

Dat vooruitzicht mag ons niet afschrikken. Op de aanvallen van de tegenstanders der eenheid, zullen wij antwoorden met de doelstellingen die zij nastreven, te ontmaskeren, maar eveneens met telkenmale als zich de gelegenheid voordoet, de eenheid in de actie te verwezenlijken, zowel op het parlementair plan als op syndicaal gebied.

Overal zullen wij aan de zijde van de socialisten staan, waar zij de belangen van de arbeiders verdedigen, overal waar zij tegen de reactie zullen strijden.

De Partij versterken

Wij mogen niet toestaan dat de golf van anticommunisme die op het ogenblik over ons land slaat, al ware het slechts een begin van paniek of van defaitisme in onze rangen schept.

Wij zijn stevig aan het volk verbonden en de Partij is in staat te weerstaan aan de aanvallen van de vijanden van het volk.

Sedert het Marshallplan de aanval heeft geblazen van een algemeen offensief tegen de communisten, heeft de Partij, dankzij haar klaarziende en objectieve houding, die zij aangenomen heeft ten opzichte van de dollarpolitiek, haar invloed zien toenemen.

De intimidatiedaden, die steeds talrijker en talrijker worden, begaan door al te vlijtige politiemannen, hebben misschien enkele vreesachtigen aangezet, onze rangen te verlaten, maar de toetreding van duizenden nieuwe leden, laat ons toe hun vertrek niet te betreuren. Zeker, wij bevinden ons in een moeilijke periode. Da vrede is niet verzekerd, de democratie is bedreigd.

De onafhankelijkheid van het land, de levensbelangen van de natie staan op het spel.

De arbeidersbelangen worden met de voeten getrapt.

Dat alles stelt de Partij voor zware taken. Opdat zij deze zou kunnen vervullen, moet zij versterkt worden, door het opdrijven van de aanwerving en eveneens door een beter gebruik van onze kaders en door een belangrijker gedeelte van onze leden aan het werk te stellen.

Men moet de organisatie verstevigen, de partijpers ontwikkelen, de agitatie en de propaganda intensifiëren en verbeteren.

Het ogenblik is gekomen voor al onze militanten, een maximum krachtsinspanning te leveren, bestendig in de bres te staan, overal het voorbeeld te geven.

Het ogenblik is gekomen, eens te meer te bewijzen, dat de communisten de beste verdedigers zijn van het land en van het volk.

Dit bewijs hebben wij gegeven onder de bijzonder moeilijke omstandigheden van de bezetting; wij zullen het hebben te leveren in de huidige omstandigheden en ons het vertrouwen even waardig tonen, dat honderdduizenden mannen en vrouwen in onze Partij hebben gesteld.

_______________
[1] H. Minc — Minister van Handel en Nijverheid van Polen.


Zoek knop