Geschreven: 1921
Bron: Uitgeverij De Vlam, Amsterdam, 1978
Deze versie: Spelling, taal, punctuatie en (soms) zinsbouw aangepast
Transcriptie: Adrien Verlee
HTML: Adrien Verlee voor het Marxists Internet Archive, september 2005
Waarde partijgenoot Lenin!
Toen wij in november 1920 afscheid namen, waren uw laatste woorden dat van onze zo verschillende opvattingen [1] over de tactiek in de revolutie in West-Europa noch uw eigene noch de mijne tot nog toe door de werkelijkheid voldoende op de proef gesteld waren. Dat echter weldra door de ervaring duidelijk zou worden wie van ons beiden gelijk had.
Ik was het geheel met u eens.
Nu heeft de werkelijkheid zich getoond en wij zijn een ondervinding rijker geworden. U zult mij zonder twijfel veroorloven dat ik u de lessen die wij daaruit moeten trekken, nu van mijn standpunt uit laat zien.
Zoals u zich herinnert was u, het Executief Comité en de Derde Internationale op het congres in Moskou, voor het parlementarisme. Voor het vormen van cellen in de vakverenigingen en voor het deelnemen aan de wettelijke bedrijfsraden in het enige land van Europa waar de revolutie is, in Duitsland.
De KAPD en de Hollandse marxisten waren van mening dat deze drie dingen, dat uw tactiek tot de ergste verzwakking van de revolutie, tot een chaos in het proletariaat, tot verwarring onder de communisten en zo tot de ergste nederlagen moest leiden, dat daarentegen anti-parlementarisme, stichting van bedrijfsorganisaties, arbeidersbond met revolutionaire comités van actie in Duitsland en in West-Europa versterking van de revolutie en tenslotte eenheid van het proletariaat zouden brengen.
U, met het E.C. en de Derde Internationale, wilde massa’s verzamelen in partij en vakbond, zonder te vragen hoe deze massa’s, en of zij werkelijk communisten waren. Dat hebt u gedaan in Halle, in Tours, in Florence. U wilde hun andere leiders geven. Wij wilden de oude organisaties verbrijzelen en van onderen op, nieuwe opbouwen met een nieuwe geest. Wij wilden slechts werkelijke communisten bijeenbrengen.
U wilde in West-Europa de tactiek uit Rusland importeren, waar het kapitalisme zwak was en u de boeren als helpers had. Wij zagen in dat het proletariaat in West-Europa alleen staat tegenover een geweldig kapitalisme, het bankkapitaal, het grondstoffenkapitaal.
Dat wij dus een eigen tactiek nodig hebben, verschillend van de Russische.
U wilde de dictatuur van de partij, d.w.z. van enige leiders. Wij de dictatuur van de klasse.
U bedreef leiderspolitiek, wij wilden klassenpolitiek. In de diepste grond van de zaak bedrijft u nog altijd de tactiek van de IIe Internationale. Slechts uiterlijk, in woorden, in de leuzen bent u veranderd. In het innerlijke wezen behoort u (in dit niet-Russische maar West-Europese vraagstuk) nog tot de oude school uit de tijd voor de revolutie.
Nu heeft de Maartbeweging van het proletariaat in Duitsland in 1921 getoond wie gelijk heeft, u partijgenoot Lenin, met het E.C. en de Derde Internationale, of de KAPD met de Hollandse marxisten die haar ondersteunden. De Maartbeweging heeft antwoord gegeven op de vraag, en de juistheid van de opvatting van de linkerzijde bewezen.
Want in Duitsland waren twee partijen, die ieder een eigen tactiek hadden en die beide aan de beweging deelnamen. De VKPD volgde uw tactiek, de KAPD haar eigen tactiek, die ook de onze is.
En wat waren de gevolgen? Hoe hielden beide zich in de actie? Want de deugdelijkheid van een tactiek, van een principe, een theorie moet steeds en moest ook hier door de actie, door de daad bewezen worden.
De VKPD had door de parlementaire actie — die onder het bankroete kapitalisme geen andere betekenis meer heeft dan bedrog van de massa’s — het proletariaat van revolutionair handelen afgeleid. Zij had honderdduizenden niet-communistische leden verzameld en was dus tot een ‘massapartij’ geworden. De VKPD had door de cellentactiek de vakverenigingen ondersteund en door deelname aan de wettelijke bedrijfsraden de revolutionairen verraden en de revolutie ontmand. De VKPD had in al deze dingen uw raad, partijgenoot Lenin, en uw tactiek en die van het E.C. en de Derde Internationale gevolgd. Toen zij daardoor steeds dieper verzonk in dadenloosheid (bv. bij het Russische offensief bij Warschau) of de actie verried (bv. bij de Kapp-aanslag), toen zij door schijnacties vol reclame (bv. die van de Open Brief) tot het reformisme was gekomen, toen zij de strijd, die de kapitalisten de arbeiders opdrongen, telkens ontweek (bv. in Hamborn, bij de elektriciteitsstaking, in de Ambi-fabrieken, in de Leuna-fabrieken, enz.) — toen de Duitse revolutie steeds machtelozer terugweek, toen de beste elementen uit de VKPD, daardoor ontevreden, steeds meer op actie aandrongen — toen besloot zij opeens tot een grote actie ter verovering van de politieke macht.
Dat wil zeggen: nog voor het tarten door Hörsing en de Sipo, heeft zij besloten tot een kunstmatige actie van bovenaf, zonder de spontane drang van een grote massa, d.w.z. tot een putsch-tactiek.
Het Executieve Comité en zijn vertegenwoordigers in Duitsland hadden al lang erop aangedrongen dat de VKPD van leer moest trekken. Zij moest tonen dat zij een echte revolutionaire partij was. Alsof in het van leer trekken alleen reeds het wezen van een revolutionaire tactiek bestaat! Als een partij, die in plaats van de revolutionaire kracht van het proletariaat op te bouwen, parlement en vakbeweging ondersteunt en daardoor het proletariaat verzwakt en zijn revolutionaire kracht ondermijnt, vervolgens (na deze voorbereidingen) opeens van leer trekt en een grote aanvallende actie op touw zet voor dit zelfde, door haar verzwakte proletariaat, dan is dat in de grond van de zaak een ‘putsch’, d.w.z. een van boven besloten, niet uit de massa zelf opschietende, dus van te voren tot mislukken gedoemde daad. En deze putsch-tactiek is niet revolutionair, maar precies zo opportunistisch als het parlementarisme en de cellentactiek zelf.
Ja, deze putsch-tactiek is de noodzakelijke keerzijde van het parlementarisme en de cellentactiek, van het verzamelen van niet-communistische elementen, van de leiders — in plaats van de massa — of liever klassenpolitiek. Deze zwakke, innerlijk rotte politiek moet noodzakelijk tot putschen leiden.
Hoe zou de VKPD, vermolmd door het parlementarisme, innerlijk zwak door een massa van niet-communisten, in zes of meer richtingen verdeeld, draagster van een leiders- in plaats van een massatactiek een revolutionaire actie hebben kunnen voeren?
Waar zou de VKPD de kracht hebben kunnen vinden, die tegen een zo sterke vijand nodig is als de zwaar bewapende Duitse reactie, tegen het bank- en handelskapitaal, dat alle klassen tegen de communisten verenigt?
Toen het tarten van Hörsing, van de rijksregering kwam en dus het ogenblik voor de algemene scherpste tegenstand gekomen was, toen de massa’s zelf in Midden-Duitsland opstonden, toen was de VKPD door haar innerlijke zwakte niet in staat tot een strijd met succes. Zij viel helemaal uit elkaar. De helft, of nog meer, deed niet mee, en de leden bestreden elkaar. De reactie had een gemakkelijke zege.
En toen de nederlaag gekomen was, toen viel Levi, uw vroegere beschermeling en banierdrager, de man die met Radek, met u en het E.C., de meeste schuld heeft, dat deze verzwakkende tot putschen leidende tactiek die hier in Duitsland en West-Europa ingevoerd is, de strijdende leden van de VKPD [aan] — die ondanks hun verkeerde tactiek toch nog het meest revolutionair waren- met een dolk in de rug. Terwijl duizenden voor de rechtbanken stonden, denuncieerde hij hen en hun leiders. Hij is niet slechts (door zijn tactiek) medeverantwoordelijk voor de putsch, maar ook voor de verschrikkelijke straffen. En bij hem sluiten zich Däumig, Geyer, Klara Zetkin en — zeer opmerkelijk — de hele parlementsfractie aan.
De VKPD heeft een geweldige klap gekregen. En met haar is ook het proletariaat van West-Europa, de Russische revolutie en de wereldrevolutie getroffen. De VKPD, de enige ‘communistische’ massapartij in West-Europa zal waarschijnlijk weer verbrijzeld worden. Als revolutionaire partij zal zij waarschijnlijk te gronde gaan.
De VKPD was naar uw beginselen opgebouwd, en wel in een land waar de economische toestand naar een revolutie dringt. En bij de eersten stoot die zij geeft, zakt zij ineen. Terwijl haar dapperste strijders sneuvelen, doodgeschoten worden, de gevangenissen vullen, voor de rechters gesleept en tot zware kerkerstraffen veroordeeld werden, worden zij door van hun eigen leiders in de rug aangevallen. Dit is het voorbeeld van de VKPD en van uw tactiek. Laten wij nu het voorbeeld van de andere tactiek, de KAPD nagaan.
De KAPD die geen parlementarisme wil dat de massa verwart, en geen oude vakverenigingen, maar bedrijfsorganisatie, kan nooit reden tot een putsch-tactiek hebben. Want deze is altijd het gevolg van innerlijke zwakte. En innerlijk zwak kan de KAPD niet zijn, omdat zij enkel communisten opneemt, omdat kwaliteit voor haar de hoofdzaak is, omdat zij geen leiders-, maar klassenpolitiek volgt, omdat zij geen partij-, maar klassendictatuur wil. Daarom is een putsch bij haar uitgesloten. De KAPD heeft ook nu geen putsch-tactiek gevolgd. Haar tactiek berust op het beginsel dat een revolutie of een grote revolutionaire actie niet door een partij of een partijbestuur kan worden besloten, maar uit de situatie, d.w.z. uit de strijdwil van de massa’s moet opgroeien. Haar tactiek bestaat daarin, het proletariaat sterk te maken door ontwikkeling van zijn bewustzijn, en zijn kracht tot revolutie te vergroten door opbouw van de juiste strijdorganisaties. En dit is beide slechts mogelijk door de strijd zelf. Daardoor, dat men geen strijd uit de weg gaat, die door de vijand wordt opgedrongen of uit de massa spontaan uitbreekt.
Zo heeft de KAPD — in tegenstelling tot de SPD, de USP en de VKPD — steeds gehandeld. Bij de Kapp-aanslag, bij de elektriciteitsstaking, bij het Russische offensief in Polen, bij de vele stakingen in geheel Duitsland. Bij deze werkelijke revolutionaire tactiek is er geen plaats voor willekeurig begonnen acties.
Zo heeft ook nu de KAPD de strijd eerst opgenomen, nadat de aanval van de regering begonnen was.
En vergelijk nu eens de KAPD in en na de actie met de VKPD. De KAPD was door haar tactiek en geslotenheid zo vast, dat er in de actie geen splitsing plaats vond en dat ook na de nederlaag in de vergadering van afgevaardigden uit het gehele land de grootste eenheid heerste. En haar kracht neemt ondanks de nederlaag toe, evenals die van de Arbeiter-Union.
Hier ziet u nu de gevolgen van uw tactiek, van de Derde Internationale, en die van de tactiek van de KAPD.
Partijgenoot Lenin, het is geen gelijkhebberij, als ik nog dieper op deze kwesties inga, Want van dit vraagstuk van de tactiek hangt de West-Europese, dus de wereldrevolutie af. Laten we dus de afzonderlijke details van de tactiek, van de uwe en van die van de linkerzijde nader beschouwen.
U wilde parlementarisme. U wilde deelneming aan het theater, achter welks coulissen zich de nieuwe Duitse staat van Stinnes en de Orgesch verbergt, het theater dat geen werkelijke macht bezit. Daardoor zijn de arbeiders van de werkelijke vraagstukken van de revolutie afgeleid. Daardoor zijn (door verkiezingen) massa’s verzameld op wie niet te rekenen was en waarvan grote gedeelten op het beslissende ogenblik moesten tekort schieten. Daardoor was innerlijke ontbinding onvermijdelijk.
Wij waren anti-parlementair. Wij wilden niet de schijnstrijd, maar werkelijke strijd. Daardoor bleef de KAPD eensgezind en vast
U wilde wettelijke bedrijfsraden. U hebt deze aan de Duitse arbeiders aanbevolen, u hebt ze hun opgedrongen als organen van de revolutie. Welke rol hebben deze in de Maartbeweging gespeeld? Zij hebben de revolutionaire actie in de steek gelaten en verraden.
Wij wilden revolutionaire comités van actie. En terwijl de wettelijke bedrijfsraden in de Maartbeweging werkloos bleven en haar verrieden, sprongen spontaan uit de massa’s de revolutionaire comités van actie op en stuwden de beweging voort.
U wilde door communistische cellen op de vakverenigingen inwerken. Wat hebben die cellen tot stand gebracht? Hebben zij de vakverenigingen vooruitgedreven? Niets heeft men van hen bemerkt, niets hebben zij tot stand gebracht. Ja, zij stonden vaak aan de kant van de vakverenigingsbureaucratie.
Wij wilden de organisatie naar bedrijven en de samenvatting van de bedrijfsorganisaties in de algemene arbeidersbond (Union). Omdat de revolutionaire strijd slechts in de bedrijven en volgens de bedrijven gevoerd kan worden. En wat is nu in de Maartbeweging gebleken? In de bedrijven en volgens bedrijven is gestreden. De bedrijfsorganisaties hebben de strijd gevoerd. De bedrijven, niet de vakverenigingen zijn gebleken de kernen van de revolutie te zijn. De Maartbeweging heeft dus bewezen, dat voor de revolutie de bedrijfsorganisatie noodzakelijk is.
De VKPD heeft (ondanks een groot aantal heldhaftige strijders) door haar tactiek, die uw tactiek is, door haar parlementarisme, haar cellen en wettelijke raden de revolutie verlamd.
De KAPD, de Union en de bedrijfsorganisaties hebben zich aan de gehele wereld als de leiders van de Duitse, d.i. West-Europese en de wereldrevolutie getoond.
U wilde organisatie, u hebt de chaos. U wilde eenheid, u hebt splitsing. U wilde leiders, u hebt verraders. U wilde massa’s, u hebt sekten.
Want, ik moet nog deze opmerking maken, u, partijgenoot Lenin, en Zinovjev en Radek en zo vele anderen van de Derde Internationale, hebt eens gezegd dat de tactiek van de KAPD slechts tot sektevorming kon leiden. Laten wij dat eens zien!
Die VKPD heeft, naar zij zegt 500.000 leden. Maar zij zegt zelf op haar congres, en ieder weet het, dat de grote meerderheid geen communisten zijn. Laten wij toch eens aannemen dat de helft communistisch is. Dan zijn er dus door uw tactiek en die van de Derde Internationale, onder de 9 miljoen vakverenigingsleden in Duitsland 250.000 communisten.
En hoeveel zijn er in de Union, die naar de principes van de KAPD is opgebouwd? Ook 250.000. Dus, in deze cijfers gemeten, heeft onze tactiek evenveel tot stand gebracht als de uwe!
Maar niet eens op dit punt van aantal heeft uw tactiek gelijk. Het verschil is namelijk dit: Ten eerste zijn de VKPD en de cellen met ongetelde miljoenen marken geschapen. In kranten, organisaties en propaganda besteedde KAPD en de Union geen pfennig. Ten tweede zijn de VKPD en haar cellen nu geknakt, de KAPD en de Union bloeiend en groeiend. De VKPD en de cellen leiden aan innerlijk verraad, de KAPD en de Union groeien door solidariteit en eenheid.
De werkelijkheid heeft ons dus de ervaring gebracht: de Maartbeweging van het Duitse proletariaat heeft duidelijk getoond — en wij hopen dat de gehele Internationale het zal zien — uw tactiek en die van het E.C. brengt verwording en nederlagen, die van de linkerzijde brengt eenheid en kracht.
Het derde congres van de Derde Internationale zal nu haar tactiek moeten wijzigen.
Partijgenoot Lenin, de juistheid van uw tactiek in Rusland erkennen wij volkomen, en ik persoonlijk geloof dat als eenmaal de geschiedenis uw revolutionaire tactiek zal overzien, zij tot het besluit zal komen dat deze steeds groot, en de best mogelijke was. Naar mijn mening is u na Marx en Engels onze eerste grote aanvoerder. Maar dat sluit niet uit, dat u ten opzichte van de tactiek voor West-Europa dwaalt.
Wij richten ons nu tot het Duitse proletariaat en roepen het toe:
Als u werkelijk, met hoofd en hart, inziet dat de linkerzijde gelijk heeft en als u werkelijk bereid bent op haar wijze te strijden, verlaat dan de VKPD en alle oude parlementaire partijen en vakverenigingen en sluit u bij de Union en de KAPD aan. En heel het West-Europese en wereldproletariaat roepen wij op onze tactiek te volgen.
_______________
[1] Zie voor de meningsverschillen de teksten van Lenin,
en van Gorter