Albert De Coninck
España - Belgen in de Internationale Brigaden
Hoofdstuk 18


Voor de Internationalen geen slot

Pas was de oorlog in Spanje beëindigd of Hitler overviel de landen van West-Europa. Duizenden Spaanse republikeinen die Frankrijk hadden weten te bereiken nemen opnieuw plaats in de rangen van de weerstand. Ook de mannen van de Internationale Brigaden nemen de strijd weer op.

In België worden ze de organisators van het Partizanenleger en die strijd begon niet in 1941, toen de Sovjet-Unie overvallen werd: “In de zomer van 1940 begon een andere groep zich te organiseren in de streek van Charleroi. Aanvankelijk gevormd door oud-strijders die het hoofd aan het fascisme hadden geboden tijdens de oorlog in Spanje, noemde deze organisatie zich nadien de Gewapende Partizanen. De eerste nationale commandant was Raoul Baligand.” [1]

Ondanks het patriottische karakter van de strijd die in België en elders oplaaide, behielden de mannen van de Internationale Brigaden en de Partizanen een onwrikbare internationalistische geest.

In de rijen van de Belgische partizanen streden verschillende Duitse kameraden, zoals Hermann Geisen, commandant van het ‘Thälmann’-bataljon en Max Stoye, eveneens oud-Spanjestrijder.

Beiden werden door de Gestapo te Antwerpen gevangen genomen en in hun vaderland terechtgesteld. In de rangen van de Belgische partizanen streed een Oostenrijkse compagnie, evenals Hongaren, Bulgaren, Polen. Velen onder hen vielen op Belgisch gebied en een aantal van hen ligt begraven op de nationale schietbaan te Brussel. In Frankrijk streden in de rangen van de ‘Francs Tireurs et Partisans’ eveneens’ honderden strijders van de Internationale Brigaden en onder hen de laatste commandant van het Edgar André-bataljon, onze kameraad Buschmann.

De jonge Oostenrijkse dynamiteur van de partizanengroep op het Spaanse zuiderfront, Jozef Plieseis, Sepp genaamd, een jongen uit Bad Ischl, was vanuit, het Franse interneringskamp naar het concentratiekamp van Dachau overgebracht. Wat onmogelijk was, daarin gelukte Sepp: hij wist uit het kamp van Dachau te ontvluchten. De ‘Grossfahndung’ die de SS op touw zette, hielp niet. Sepp bleef voor hen onvindbaar. Maar op 20 augustus 1943 heeft Sepp in het gebergte rond Bad Ischl een partizanengroep opgericht.

Een belangrijke groep van het Oostenrijkse bataljon die de Sovjet-Unie had weten te bereiken na haar evacuatie uit Spanje, sprong in juni 1944 met valscherm in het grensgebied van Steiermark-Karnten af. Op dat ogenblik waren SS-troepen in een gevecht gewikkeld met Sloveense partizanen. De Oostenrijkse ‘Kampfgruppe Steiermark’ viel de SS in de rug aan, sneed de terugtochtwegen af en vervoegde nadien de Joegoslavische partizanenafdelingen.

Talrijk waren de Duitse oud-Spanjestrijders die boven Duitsland gedropt werden om er opdrachten tegen de nazi’s uit te voeren.

De eerste tanks die in 1944 het Parijse stadhuis bereikten, droegen de namen ‘Madrid’, ‘Guadalajara’ en ‘Belchite’. Op het Parijse stadhuis zal generaal von Choltitz de capitulatie der Hitler-troepen van Parijs overhandigen aan Henri-Rol-Tanguy, commissaris van de 14e Internationale Brigade!

Doch daarmede zijn we reeds aan een ander epos gekomen.


_______________
[1] Pierre Bodart: Avec l’Armée Beige des Partisans, geciteerd in Contribution à l’histoire de la résistance belge, Presse Universitaire de Bruxelles.