Albert De Coninck
España - Belgen in de Internationale Brigaden
Hoofdstuk 13


Oostenrijk — Tsjecho-Slowakije

Op 16 april 1938, amper een maand nadat Chamberlain von Ribbentrop officieel had ontvangen, op de dag zelf van de aanhechting van Oostenrijk bij het Reich, sloot de Britse Eerste Minister een ‘verdrag van vriendschap en samenwerking’ met het Italië van Mussolini af. In dit verdrag erkende de Britse regering onder meer de verovering van Ethiopië door Italië. Ten einde de bittere pil door de publieke opinie beter te doen slikken, werd er aan toegevoegd dat het verdrag eerst zou geratificeerd worden na de terugtrekking der Italiaanse troepen uit Spanje.

Op 5 juli aanvaardde het niet-interventie comité het door de Engelse regering neergelegde voorstel voor een ‘proportionele terugtrekking’ van de vreemde vrijwilligers uit Spanje.

In een ultra geheime nota van de Duitse ambassadeur te Londen aan het ministerie van Buitenlandse Zaken te Berlijn in datum van 14 juli 1938 wijst deze er op dat: “... De Britse publieke opinie zal voor de mislukking van het plan van terugtrekking niet alleen de Spaanse partij verantwoordelijk stellen, maar ook de bevriende mogendheden van deze partij. Wij hebben er dus belang bij dat het niet Franco, maar rood Spanje weze, en met hen de Sovjetleiders, die beschuldigd worden van de mislukking en er verantwoordelijk zullen voor zijn. Het Spaanse staatshoofd zal dus, zoals ook mijn Italiaanse collega zegt, er zich moeten voor hoeden, een indruk van slechte wil aan de dag te leggen.”

Men begrijpt de inhoud van deze nota best wanneer men weet dat Franco op dat ogenblik manoeuvreerde om zijn antwoord uit te stellen, en zijn akkoord afhankelijk wilde maken door hem ‘de rechten van oorlogsvoerende toe te kennen’.

De republikeinse regering daarentegen had het evacuatieplan dadelijk aanvaard.

Het niet-interventie comité eiste dat de eerste terugtrekking 80 % der effectieven zou bedragen. De Internationale Brigaden telden op dat ogenblik nog 12.000 man. Bij Franco stonden aan Italianen alleen 100.000 man. Een evacuatie van 80 % had dus betekend dat langs de zijde van de Republiek 10.000 man zouden teruggetrokken worden en bij Franco minstens 80.000. Die tachtigduizend man kon Franco niet missen. Vandaar zijn vertragingsmanoeuvres.

Op 21 november legde de republikeinse Eerste Minister Negrin voor de vergadering van de Volkenbond een verklaring af die het effect van een bom had.

De Spaanse regering — zonder welk akkoord ook af te wachten -besloot op eenzijdige wijze de internationale vrijwilligers terug te trekken en verzocht om dadelijk een internationale commissie aan te stellen belast met de controle van de terugtrekking der Internationale Brigaden.

Hierop moest Franco reageren en om ook zijn ‘goede wil’ te tonen, stelde hij voor dat hij ook 10.000 man zou terugtrekken.

Op 22 september bericht Stöhrer aan de Wilhelmstrasse dat de 10.000 man niet zullen teruggetrokken worden vooraleer de operatie in de bocht van de Ebro is afgelopen en dat het in hoofdzaak zieken zal betreffen.

Op 11 oktober vraagt de Russische ambassadeur te Londen, Maïski, aan Lord Halifax of de Britse regering de terugtrekking van 10.000 man aan Franco-zijde voldoende acht. Halifax antwoordde de Russische ambassadeur dat een ‘snelle oplossing van het Spaanse vraagstuk belangrijker is dan precieze cijfers over de evacuatie van Italianen of andere onderdanen uit Spanje.’ [1]

Op 16 november 1938 ratificeerde de Britse regering het Italiaans-Engels verdrag met de bewering dat Italië het plan van het niet-interventie comité had uitgevoerd met de terugtrekking van 10.000 manschappen! De akkoorden van München waren reeds ondertekend op 30 september. Weldra zou Tsjecho-Slowakije door de Hitlertroepen worden bezet.


_______________
[1] Ivan Maïski: Mémoires: Qui aidait Hitler?