Jan Cap
In naam van mijn klasse
Hoofdstuk 18


IV. Woorden en daden

‘Als arbeider ben je geen briljant secretariaatswerk gewend. Toch hielden we alle documenten bij...’

foto 1 foto 2 foto 3

1. Solidariteit

bedrag van...
motie brt
motie athus
steun winterslag

2. Eenheid ABVV-ACV

Eenheid ABVV-ACV

3. Verdedigen van de délégués

Voorbeeld van hoe de arbeiders met succes kunnen strijden voor de bescherming van hun délégués

Augustus 1976.

Etienne Lauwaert, délégué van de veiligheid, verrichte een werkzaamheid om een ontoelaatbare onveilige toestand op te lossen. Normaal gingen de onderhandelingen over veiligheid eerder vlot. Maar deze keer wilde de directie van geen veiligheidsargumenten weten.

Daarom nam Etienne, die daarvoor geschoold was, zelf het initiatief om het schip veilig te maken. Hij werd onmiddellijk bedreigd en beschuldigd van ‘beschadiging van het schip’. De overige délégués kwamen hun kameraden ter hulp en mobiliseerden met succes de arbeiders om Etienne te verdedigen.

Brief ter verdediging Etienne Lauwaert

4. De acties

Het probleem van de onderaanneming: het bereikte akkoord voor de arbeiders van de firma’s Secometal en Mühlhan.

Akkoord Boelwerf
Akkoord Muhlhan
Akkoord Muhlhan
Akkoord Muhlhan
Asbest pamflet

5. Voor een democratische vakbeweging

Opiniepeiling

De schokacties tegen Intergarde kregen wel de vollledige steun van de vakbondsleiding. Maar men betaalde, steunend op hun statuten, geen stakingsuren uit. Alleen stakingsdagen. Hierover schreven de délégués volgende brief:

brief aan vakbondsleiding
ontslag 26 ACV-militanten

6. Voor een antikapitalistische vakkbond

Brief alternatief soberheidsplan
vervolg brief
vervolg brief

7. KWB en nationale ACV-leiding metaal

Een positief artikel
vervolg artikel
vervolg artikel
protestbrief vakbondsleiding

8. Nelen

Victor Nelen schreef het boekje Tien jaar boel bij Boel. Hij is afgevaardigde beheerder van de Boelwerf en schreef deze brochure na de staking van 1981.

Tien jaar boel te Boel: een ronkende titel; in feite is het een klaaglied van een bourgeois die van pagina één tot het einde jammert dat er teveel democratie is.

Hij stelt voor iedereen die het horen wil dat het kapitalisme niet kan overleven met echte democratische structuren. Want de weinige democratie die onder het kapitalisme bestaat werd door de arbeiders van Boel aangewend om eerst met progressief-christelijke beginselen en later revolutionaire ideeën voor de arbeidsrechten op te komen. 10 jaar boel bij Boel is een roep naar afbraak van democratische rechten. Het boekje richt zich tot de medebourgeois en wil dienen als negatieve les: wordt niet als Boel en breek vanaf de start van het bedrijf het stakersrecht af. Wordt niet als Boel, bedenk van in het begin vernuftige managementsystemen... wees vooral zo blauw als Margaret Thatcher. Want niettegenstaande tien jaar boel bij Boel gaan de zaken voor de patroon goed, getuige daarvan één van de uitgekozen citaten die we afdrukken. Het gaat goed bij Boel... of bij de nevenbedrijven die de familie Saverijs heeft opgericht.

Vanaf eind jaren zeventig neemt het boekje een andere wending. Saverijs is rijk genoeg geworden aan de scheepsbouw, hij gaat verder, elders.

Misschien zelfs daar waar hij minder last heeft van dat strijdsyndicalisme. Want boven alles is dat de betekenis van het boekje. Een van de grootste bourgeois van ons land die actie na actie de duimen moest leggen voor het strijdsyndicalisme.

En daarom blijkt dat de herstructurering en het liquideren van de scheepsbouw enkel kan worden doorgevoerd door een zorgvuldig voorbereidde vakbondsmoord. Boel kon maar afslanken enz. als die vakbond daar weg was. Centraal daarin was dat Boel het ‘hoofd van Jan Cap wilde’. De nationale ACV-leiding heeft de vuile job voor Saverijs geklaard. Maar door Cap af te zetten als hoofddélégué was het niet gedaan en dus moesten ze hem van vandaag op morgen afdanken, hetgeen gebeurde in februari 1986. Een paar maanden later lagen alle saneringsplannen open en bloot op tafel.

Jan Cap en zijn kameraden hadden het voorspeld; en het was uitgekomen. Maar het was nog niet te laat. Het ABVV hergroepeerde het arbeidersverzet te Boel. Maar ook zij worden gewoon onthoofd. Alle actieve ABVV’ers worden gewoonweg afgedankt. Zo sterk is de invloed van de strijdsyndicalisten op alle boelarbeiders. Alleen door alle voormannen te ontslaan hoopt Saverijs zijn gang te kunnen gaan. Maar hij vergist zich. Zelfs in de huidige moeilijke omstandigheden blijven de voormannen hun verantwoordelijkheid tegenover de klasse opnemen.

Of... zoals Nelen zelf eindigt met zijn boek ‘Hier eindigt voorlopig ons verhaal...’

Neen, Mijnheer Nelen, het is niet gedaan. En het zal nooit gedaan zijn, zolang er in de gehele wereld mensen rondlopen die uitbuiten, zal het niet gedaan zijn, want steeds zal de uitgebuite zich rechten, ook al is het in moeilijke omstandigheden.

Tien jaar boel bij Boel door Victor Nelen

Na de vijf maanden durende staking die ons bedrijf deze zomer heeft gekend, klinkt de naam BOELWERF overal als een klok. Zowel in werkgevers- als in vakbondsmiddens werd het verloop van het Boelwerfconflict van zeer nabij gevolgd. (...)
Om waar mogelijk misverstanden en verkeerde instellingen van zaken recht te zetten, hebben wij beslist de hierna volgende tekst te publiceren. Wij geloven tevens dat het nuttig kan zijn onze ervaringen met anderen te delen. (...)
Vanaf dat ogenblik is op de werf een systematische tegenwerking en beknibbeling begonnen van al wat leiding en gezag vertegenwoordigde... (...)
Het neemt wel wat tijd in beslag, maar het loont de moeite om enkele van onze conflicten van de jaren ’70 wat nader te bekijken, want zij vormen hoe dan ook de voorgeschiedenis van de recente vijfmaandenstaking. (...)
Gedurende het jaar dat daarop volgde, waren de délégués nogal braaf en in september 1972 was de sociaal bemiddelaar, die de verzoening tot stand gebracht had, van oordeel dat ze verder vertrouwen verdienden en op zijn sterk aandringen, alsook onder druk van de hogere vakbondsleiding, werden de strafbepalingen voorzien voor het geval dat de délégués de geschillen procedure niet zouden naleven, geschrapt. Het is later gebleken dat dit een vergissing was, want zelden of nooit werd de overeengekomen procedure nog nageleefd. (...)
1975-1976
In maart 1975 beging de werf een nieuwe flater, de grootste, naar mijn mening uit de geschiedenis van de werf. (...)
In flagrante schending van de uitdrukkelijke bepalingen van het werkhuisreglement zorgde Jan Cap ervoor dat de arbeiders, werkzaam aan boord van een schip dat in de namiddag te watergelaten moest worden, weigerden in de eerste ploeg op te komen. Met veronachtzaming van alle veiligheidsmaatregelen bezette hij met een honderdtal militanten de helling en belette de stapelloop. Hij werd op staande voet ontslagen, na ruggenspraak met een hooggeplaatst vakbondsleider van het ACV.
Edoch, in de daarop volgende uren werd de directie onder een voorheen nooit gekende druk gezet, zowel door ministers als door de hoogste vakbondsinstanties (‘wie aan Jan Cap raakt, raakt aan het ACV’), zelfs door onze eigen beroepsorganisaties zoals Fabrimetal en het toenmalige Verbond van de Belgische Nijverheid.
De directie gaf toe... en verloor meteen alle gezag bij de werknemers! ‘Als dat allemaal kan’, zeiden de arbeiders, ‘dan weten wij wel wie hier de sterkste is’. De ontgoocheling was groot bij meesters en brigadiers en ook het vertrouwen van het kaderpersoneel was diep geschokt. (...)
De Zeemacht had bijna 3 weken nodig om tot een besluit te komen hoe het nu verder moest: moest Intergarde blijven, of zou de Zeemacht het zelf doen (er waren voldoende miliciens aan boord), of mocht een bewaker van Boelwerf daartoe aangesteld worden.
Uiteindelijk werd het dit laatste, maar ondertussen waren de militanten ervan overtuigd dat ze de directie moeiteloos op de knieën gekregen hadden. Zij leefden in een zegeroes en vandaag nog vertonen zij films en dia’s over die roemrijke dagen. Het kon niet anders of er moest een nieuwe confrontatie komen.
En die kwam spoedig. (...)
Het is zo dat sedert het einde van de vijftiger jaren de werf steeds maar gegroeid was en de personeelssterkte alsmaar toegenomen, tot 3.085 in maart 1976. Toch begon ook bij ons de crisis in de scheepsbouw duidelijk voelbaar te worden en ons orderboek verminderde zienderogen. (...)
Onderhandelingen over een dergelijk programma konden onmogelijk tot een overeenkomst leiden en in februari 1977 ging de staking van start. De acties werden uitgevoerd op een perfide manier: iedere dag staakte ongeveer 1/3 van de arbeiders terwijl de overigen opkwamen om te werken, volgens een beurtrolsysteem. Maar de beurtrol — die iedere dag veranderde — werd door het stakerscomité zodanig opgesteld dat wanneer de kraanmannen werkten er geen aan pikkers waren en terwijl de lassers staakten, de monteerders zgn. moesten werken. De bedoeling was duidelijk: het bedrijf grondig ontredderen met zo weinig mogelijk kosten voor de vakbond! (...)
In februari 1979 kwam de gewestelijke cao voor het Waasland tot stand voor een duur van 2 jaar, t.t.z. tot einde 1980. De militanten van Boelwerf waren de enigen om die cao te verwerpen en legden zich slechts kwaadschiks bij de meerderheid neer. De sociale vrede, door die cao gewaarborgd, werd in de loop van 1979 dan ook herhaaldelijk geschonden, nu eens door de stellingmakers, dan door de monteerders, dan weer de lassers, de ontroesters, de buizenleggers, enz. (...)
Het was voor niemand op het bedrijf, ook voor de vakbonden niet, een geheim dat in de loop der voorbije jaren een teveel aan werknemers aangekweekt werd, o.a. door het in dienst houden van medische en sociale gevallen, terwijl ook de natuurlijke afvloeiing onvoldoende was om de verminderde personeelsbehoefte van het teruglopende orderboek te compenseren. In goede tijden kan een groot bedrijf zich zoiets permitteren, maar dat gaat niet langer als het slecht begint te gaan. (...)
Ondertussen waren er geen rechtstreekse contacten tussen directie en vakbonden, maar wel bemiddelingspogingen o.m. vanwege bepaalde ministers, maar het bleek al spoedig dat die een andere taal spraken naargelang ze met ons dan wel met de arbeiders praatten. Een zelfde indruk deden wij op uit informele contacten met de hogere vakbondsleiders: die hadden wel oog voor de moeilijke situatie van de scheepsbouw, die zagen wel in dat Fabrimetal met het conflict niets te maken had, die waren ook de dictatuur van de militanten (zij noemen dat het anarchosyndicalisme) grondig beu, maar zij slaagden er niet in de stakingsleiders tot rede te brengen. Die waren blijkbaar nog niet rijp. (...)
Een fel opgemerkte toespraak van senator John Van den Eynden, provinciaal secretaris van het ABVV, viel bij de Boelmilitanten niet in goede aarde. Het was het eerste teken in het openbaar van de groeiende onenigheid tussen de vakbondsleiding en de plaatselijke delegatie. De in het vooruitzicht gestelde solidariteitsstakingen kwamen er niet. (...)
Opvallend was de houding van de rijkswacht, die hoe langer hoe meer mensen en materiaal ter plaatste bracht, maar zich zeer afzijdig hield en op sommige ogenblikken zelfs de werkwilligen achteruit dreef om te beletten dat ze met de piketten in contact zouden komen. (...)
Hiermee eindigt voorlopig het verhaal, maar daarom niet onze moeilijkheden. Want onze militanten beschouwen zich zeker niet als verslagen, wel als verraden, in de rug geschoten. En sedert het einde van de staking zijn er geen vijf dagen geweest waarop zij niet ergens in het land optraden als gevierde helden en martelaars van de strijd tegen het duivelse patronaat. (...)
Tientallen keren hebben zij de cao overtreden, zonder de minste scrupules, maar diezelfde cao wordt plots heilig en onaantastbaar wanneer de werkgever, in hun ogen althans, de werkzekerheidsclausule schendt. (...)
Maar wij moeten voor de toekomst ons wel bewust zijn van de noodzaak om de inhoud van een cao duidelijk en zonder achterpoortjes op te stellen. Voor de massa betekent werkzekerheid dat er niet mag afgedankt worden. Punt. En alle ‘behalve’, ‘tenzij’, enz... tellen niet mee. (...)
Over de rol van de tv hebben wij het reeds even gehad, maar wij moeten toch nog eens onderstrepen dat de volledige tv-berichtgeving, met uitzondering misschien van een Panorama-uitzending totaal niet objectief was. (...)
Ook de geschreven pers bleek over het algemeen niet aan onze kant te staan, alhoewel de journalisten die toch echt geïnformeerd wilden worden (en die waren er gelukkig ook) deze informatie bij onze nog jonge persdienst vlot konden krijgen. (...)
Want het is altijd zo in een grote staking dat er een rijpingsproces is. Probeert men té vroeg, d.i. vóór dat de geesten rijp zijn, dan verschuift het rijpheidsmoment. En eens dit moment voorbij, dan verharden de geesten. Dit is volgens mij in ons conflict gebeurd. De situatie was naar mijn oordeel rijp op 22 juni en indien minister Busquin de maatregelen van de burgemeester van Temse, die de rijkswacht gevorderd had om de openbare toegangen tot de werf vrij te houden, indien de minister die vordering niet herroepen had, dan was de staking naar mijn overtuiging twee maanden vroeger beëindigd geweest.
En om te eindigen tenslotte de bedenking dat de macht van de militanten over de mensen toch nog enorm groot is. Deze staking was niet sympathiek, ook niet bij de meerderheid van de arbeiders. En toch zijn de militanten erin geslaagd ze te doen marcheren voor hun strijd om de macht, voor hun confrontatie met het patronaat! (...)
Wij kunnen daaruit alleen maar besluiten dat er geen middelen mogen gespaard worden om de mensen zodanig te informeren en te begeleiden dat de militanten de wapens uit handen worden geslagen en het anarchosyndicalisme de kop indrukt. Dan pas bestaat er misschien een kans om weer een ernstig overleg op gang te brengen.