Bron: Communistische bibliotheek nr. 2 - Boekhandel en uitgeversmaatschappij Spartacus, Amsterdam, 1919
In samenwerking met Dacob, Archief en Bibliotheek voor de Studie van het Communisme
Deze versie: spelling en interpunctie
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
– Creative Commons License 3.0.
Algemeen: u mag het werk kopiëren, verspreiden en doorgeven; remixen en/of afgeleide werken maken; mits naamsvermelding.
| Hoe te citeren?
Laatst bijgewerkt:
Verwant: • De Russische Revolutie • Tactieken van de Russische Communistische Partij • De koersverandering van de communistische Internationale en de toestand in Duitsland |
De brochure is het verslag van een rede door de Heer Wijnkoop voor de afd. Amsterdam van de Communistische Partij gehouden. Het verslag (samengesteld door de Heer Gerard Vanter) is door de heer Wijnkoop persoonlijk gecorrigeerd.
Spartacus
Wijnkoop vangt zijn rede aan met te zeggen dat de Russische en de Duitse revolutie moeilijk in één avond kan worden behandeld. Daarom zal spreker zo kort mogelijk zijn. Komende tot het onderwerp wil spreker beginnen met er op te wijzen dat de Russische en de Duitse revolutie niet oppervlakkig met elkaar mogen worden gelijk gesteld. Het zijn twee grote maatschappelijke omwentelingen die hun kracht zochten allereerst in politiek opzicht – en die men pas kan begrijpen, als men weet dat het de nood was, de maatschappelijke nood, die de denkwijze schiep onder de mensen, waardoor ten slotte de revolutie werd veroorzaakt. Het is van bijzonder belang dat men begrijpt dat een revolutie niet op een bepaald tijdstip willekeurig kan worden “gemaakt”, revoluties kunnen slechts worden begrepen, als men nagaat hoe de economische toestanden zijn. Doet men dit ten opzichte van Rusland, dan is het allereerste wat onze aandacht trekt, de zwakheid der Russische bourgeoisie. Het was niet slechts de buitengewone moed van het Russische proletariaat, dat de revolutie deed zegevieren, bovenal was het ook de slapheid en lammenadigheid der Russische bourgeoisie, die dit veroorzaakte. Nu werpt men ons tegen, dat, wanneer het Russische volk zo achterlijk en onrijp was en wanneer er zulk een massa analfabeten in Rusland zijn, een revolutie niets goeds zou kunnen brengen. De sociaalpatriotten en bv. een man als Dr. van Dillen veroordelen daarom de revolutie. Het Russische proletariaat is niet rijp, zeggen zij. Wij zijn het zonder twijfel eens dat dergelijke opvattingen niet mogen gelden – het bewuste proletariaat neemt op het gunstigste moment zijn kans waar en brengt dan door zijn strijd verder de massa tot rijpheid. Rusland is hiervan een voorbeeld; het Russische proletariaat kwam tot de macht, niet zo zeer uit eigen economische kracht dan wel doordat de feitelijke zwakheid der bourgeoisie het daar mogelijk maakte.
Het Russische voorbeeld is dan ook het beste antwoord aan de sociaalpatriotten, die huiverig zijn voor elke revolutie. Wij huldigen hun mening niet, evenmin als wij denken dat de revolutie zich overal, in alle landen der wereld – gelijk ook vele van onze eigen vrienden wel denken – als het ware “schablonenhaft” zal voltrekken. Wij zijn integendeel van gevoelen, dat de revolutie in elk land anders zal zijn, omdat er overal andere economische verhoudingen aanwezig zijn.
In één opzicht is er gelijkheid. Die is in het doel dat wij nastreven. Wij willen overal het communisme; dit grote doel wordt nagestreefd in elk land naar zijn eigen aard. Wel gaat er natuurlijk grote indirecte invloed uit van de beweging in andere landen, die terugwerkend op de beweging in het eigen land, deze kracht geeft om te stromen in de richting die nodig is.
Spreker wil niet in de brede ingaan op de achterlijke economische toestanden van Rusland, alleen wil hij opmerken dat de economische gesteldheid van Rusland, ten enenmale anders is dan in welk land ter wereld ook. Dit verschil is niet slechts een gradueel verschil maar men kan gerust spreken van een soortelijk verschil. Rusland is niet wat men noemt een hoog industrieel land, niettegenstaande het een grootindustrie heeft die buitengewoon geconcentreerd is, bv. in Moskou en vooral in St. Petersburg.
Daar was zonder twijfel grootindustrie met grote aantallen arbeiders, voorzien van reusachtige machinerieën en met een sterke kapitaalkracht in vele opzichten te vergelijken met Amerikaanse ondernemingen. Maar des ondanks kan men toch zeggen dat in Rusland aan de vooravond der revolutie, het proletariaat slechts een zeer gering percentage van de bevolking uitmaakte en nergens was het doorslaggevend gelijk bv. in Duitsland.
Rusland is een overweldigend en een overwegend agrarisch land. Dat zal het wellicht nog lang blijven. Zonder te willen profeteren wat Rusland nog kan worden in de toekomst, kon men dit nu wel zeggen.
De grootste verandering die in Rusland gekomen is, is gelegen in het feit dat de landbouw wordt gemechaniseerd. Landbouwmachines gaan toepassing vinden op ruime schaal. Maar het blijft bestaan in Rusland, dat het landbouwbedrijf overheersend is, zoals het steeds was.
In Duitsland is de bourgeoisie steeds te laat gekomen, burgerlijke vrijheid kende men dáár nimmer en de gevolgen drukken daarvan nog heden ten dage óók op de persoonlijkheid van de Duitse arbeider; de lammenadigheid der Duitse bourgeoisie had grote invloed op de vorming van het karakter van het Duitse proletariaat.
In Rusland daarentegen is de bourgeoisie niet te laat gekomen, zij is veeleer helemaal niet gekomen en heeft dus minder invloed kunnen uitoefenen op de persoonlijkheid van de Russische arbeider. Moest men in Duitsland dus steeds rekening houden met de bourgeoisie – zelfs de jonkers ontkwamen daar niet aan – in Rusland was dit overbodig. De Russische bourgeoisie stond in zekeren zin naast het proletariaat in de strijd tegen het tsarisme – de Russische bourgeoisie in de zemstvo’s was liberaal – toen echter het tsarisme was gevallen heeft het proletariaat zich met één forse ruk van de bourgeoisie kunnen ontdoen – het proletariaat schoof haar terzijde, uitgespeeld was haar rol.
Dat heeft men daar kunnen doen, de arbeiders dienen er echter rekening mee te houden dat dit hier niet zo gemakkelijk zal gaan.
Het was de grote misdaad der reformisten, ook in Rusland, dat zij met deze bourgeoisie gemene zaak maakten; reeds in 1905 kwam hun verraad aan het licht. Rusland was niet rijp, oordeelden de reformisten; zij waren bang voor de proletarische eisen, de 8 urendag enz. Ze waren bang voor de koene greep naar de macht die de Russische arbeiders toen reeds wilden wagen en waarbij Trotski reeds in de leiding van de arbeidersgedeputeerden raad van Petersburg een grote rol speelde.
De reformisten verbonden zich toen reeds met de liberale bourgeoisie!
Nu is onze mening deze dat in een compromis op zich zelf niets steekt dat verkeerd is. Opportuniteit is niet verwerpelijk; een opportune tactiek is veeleer noodzakelijk op bepaalde momenten. Lenin heeft dan ook – reeds in 1905 – weldegelijk met andere klassen willen samenwerken. Een compromis met de bezittende klassen evenwel, met de vijanden, ziedaar wat steeds uit den boze is. Daar heeft Lenin ook nimmer iets van willen weten, wel heeft hij steeds tegenover zijn steile dogmatici volgehouden dat een compromis, een overeenkomst met de arme boeren noodzakelijk was. Dit was een klasse van arbeiders, die géén loonarbeiders zijn in de eigenlijke zin van het woord. Dit was een gans andere klasse, echter ook van bezitlozen. Daar heeft Lenin zich mee verbonden en daarop steunt de macht der leninisten. Nergens ter wereld is zulk een verbond zo goed mogelijk. Dr. v. Dillen en ook Kautsky zien in dit verbond een gevaar, zij wijzen op de achterlijkheid van deze boeren, van deze analfabeten. De bolsjewieken echter zullen deze analfabeten wel betrekkelijk spoedig leren wat nodig is. Evenwel ook onze vrienden hier, moeten zich er van bewust zijn dat dit verbond in zekeren zin een exceptionele toestand is. Het is in elk ander land niet steeds mogelijk dat het grootindustrieel proletariaat met een klasse van (arme) boeren een compromis aangaat tegen het kapitaal en het grootgrondbezit.
Dit alles verklaart u hoe de overwinning der bolsjewieken mogelijk was. Dit doet natuurlijk niets af van de grootheid der strijders in Rusland, maar wij hebben niets aan blote verering; wetenschap moet de basis zijn anders komt men toch tot niets. Niet enkel hun heldhaftigheid deed hen zegepralen, doch ook door de slagen die de grootgrondbezitters in de oorlog gekregen hebben, werd de overwinning mogelijk. Hieruit is de Russische revolutie geboren. Men heeft er – wij willen hierop nogmaals de aandacht vestigen – bij de studie van de Russische revolutie allereerst op te letten dat men nergens ter wereld precies dergelijke historische gebeurtenissen en toestanden ontmoet.
Komende tot de bespreking der grote sensationele momenten in de Russische revolutie, betoogt spr. dat de grootheid van Lenin vooral bestaat in het hanteren der wapens die Marx ons heeft geschonken. Geen oorlog, was Lenins leuze, geen oorlog met de imperialistische mogendheden en toch als het kan geen vrede. Zo zien wij Lenin voor ons als een man opgevoed in de dialectiek van Marx, de werkelijkheid ziende zoals ze is: elke dag anders. Hij verkeert niet in de hemel met zijn gedachten, doch hij is er op uit om aan de vijand op de juiste momenten beslissende klappen toe te brengen om zodra het nodig is ook wel degelijk bereid te zijn om de hand te reiken tot een voorlopige overeenkomst. Zo verschijnt hij ons als de enige gids, die ons het schitterendste voorbeeld heeft gegeven tot nu toe.
Voor mij, zegt spr., is hij de grootste en spr. zou voorlopig niet weten in welk opzicht hij kritiek op Lenin zou moeten uitoefenen. Het is natuurlijk niet mogelijk om iemand geheel te beoordelen voor hij dood is, maar speciaal wat Lenin betreft weet spreker vooralsnog niets aan te merken. Wel op andere leiders der Russische revolutionairen. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat spreker opziet tot Lenin als een God, spreker waardeert slechts dat Lenin steeds de werkelijkheid heeft begrepen en zij die enkel voortdurend zweren bij zijn standpunten kunnen dit niet. Enkel begrijpen zij de Russische revolutie en Lenin niet en zouden met hun kritiek behoren te komen, al weten wij natuurlijk wel dat zij te laf zijn om kritiek op Lenin te durven uitoefenen.
Wat waren Lenins daden? Spreker wil er op wijzen dat Lenin voordat hij de macht in handen had, wel degelijk een ogenblik er toe moest komen om met Kerenski tot een tijdelijke overeenkomst te komen, toen nl. Kornilov, de contrarevolutionaire generalisismus, in de herfst van 1917 Petersburg bedreigde. Lenin en Kerenski trokken figuurlijk gesproken samen op tegen één vijand. Dat was noodzakelijk. Ook grote woorden kunnen deze daden niet verdoezelen, men moet ze begrijpen. Er was toen nog geen overwinning der proletarische revolutie, doch de vruchten der burgerlijke revolutie moesten toen worden behouden en die werden bedreigd. Niet bedreigd door Kerenski die zelf die burgerlijke bodem nodig had. Daarom weerde men gezamenlijk de vijand af.
Eenzelfde houding was die tegenover de Duitsers. Niettegenstaande Lenin later met alle macht vrede met de Duitsers trachtte te sluiten, hebben bolsjewistische matrozen in diezelfde dagen van 1917 Petersburg tegen Duitse aanvallen verdedigd. Zij hebben dit gedaan met grote moed omdat dit moest. Alle praatjes van mensen die niet in staat zijn dit te begrijpen veranderen daar niets aan. De Russische Oostzeevloot heeft Petersburg tegen de Duitsers verdedigd. Ze hebben de nederlaag geleden tegen de Duitse vloot maar ze hebben mede voorkomen dat Petersburg in handen der Duitse imperialisten viel.
In het uitstekende artikel van John Reed, Kerenski komt dat opgenomen is in de Nieuwen Tijd van december jl. blijkt dat ook in november een overeenkomst van Lenin met Kerenski kon worden gesloten. Lenin is een werkelijkheidsman, hij stoorde zich niet aan de aanhangers van zg. steile ideologieën. Het staat vast dat zijn beproefde tactiek steeds is: zo sterk mogelijk tegenstand bieden met zo weinig mogelijk offers. Hij wil de overwinning met zo weinig mogelijk mensenlevens bereiken.
Toen de bolsjewieken hadden overwonnen werd deze tactiek mee door Trotski in praktijk gebracht. De openbare diplomatie van Trotski in Brest-Litovsk was er een schitterend voorbeeld van. Daar is door Trotski in toepassing gebracht het “geen oorlog en toch geen vrede”. Al was dit op den duur een onhoudbare toestand, men moest dit nastreven om de chaos meester te worden, de chaos, die de erfenis was van het tsaristisch en van het Kerenski-regime, waartoe in de eerste plaats rust nodig was. Trotski wilde klaarheid brengen en in het openbaar optreden, geen andere bedoeling had hij dan wij bv. met onze arbeid in het parlement. Dat is Trotski gelukt en de smerige vuistslag van generaal Hoffmann was de echtste openbaring die mogelijk was van het Duitse imperialisme. Trotski’s optreden was ook daarom zo uitstekend, omdat het bolsjewisme in de reuk van “deutsch-freundlichheit” was komen te staan. Door de voortdurende onderhandelingen was het mogelijk om telkens weer opnieuw de vijand aan de kaak te stellen. Het resultaat was echter dat Lenin de vrede sloot die hij moest sluiten. Niet de vrede zoals hij hem wenste, want bij Lenin waren de woorden nooit lege frases. Als hij sprak van een algemeen democratische vrede dan bedoelde hij niet een machtvrede van de Duitsers. De Duitsers hebben een afschuwelijke geweldsvrede gesloten, met Lenin, die deze vrede wel moest aanvaarden.
Wat is het hoofdkenmerk van Lenins optreden?
Dit was zijn standpunt: geweld zal nodig zijn maar wij willen het niet als doel. De oorlog is voor ons geen methode. De boeren willen de vrede, wij hebben trouwens geen kracht meer om de oorlog verder te voeren, ergo wij moeten de vrede aanvaarden. Zo waren zij gedwongen om de vrede te aanvaarden die Lenin zelf de smerige vrede noemde en die Tsjitserine in zijn rapport (gepubliceerd in de N. T. van 1918) heeft gekarakteriseerd. De vrede van Brest-Litovsk die de sovjets op voorstel van Lenin hebben aanvaard, heeft Tsjitserine ons in zijn gevolgen doen kennen. Tsjitserines optreden als commissaris van buitenlandse zaken is een slag in het gezicht voor alle kleine en grote dogmatici. Hij ontmaskerde de Duitse geweldenaars, die zich niet stoorden aan de overeenkomsten en steeds meer gebied gingen bezetten. Als men Tsjitserines rapport volgt dan ziet men stap voor stap hoe hij zonder de eigen zwakheid te verbloemen de daden van het Duitse imperialisme ontmaskert en zo de weg wijst om de eigen zwakheid tot sterkte te maken. Zo oefende hij mee de beste kritiek op de Kaisersocialisten die dit bedrijf der Duitse imperialisten steunden en die minstens even smerig zijn als de imperialisten zelf. Rusland werd omsingeld door het Duitse imperialisme. Historisch kan men zeggen, dat het de Duitse imperialisten zijn geweest die aan het Amerikaanse, het Engelse en het Japanse imperialisme enz. de moed hebben gegeven om Rusland aan te vallen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de Engelsen enz. “beter” zijn, maar men moet de historie zien zoals ze is.
De tweeledige tactiek van geen oorlog en ook geen vrede, deed de Russen alles schijnbaar verdragen van de Duitsers, die stukken van hun land afnamen en bovendien leidde het tot pogingen om verbonden te sluiten met kapitalistische mogendheden, met Amerika en Engeland bv. (met Frankrijk bleek het van begin af onmogelijk omdat men daar te veel geld had gestoken in tsaristische leningen).
Wat zal nu de toekomst brengen?
Er zijn twee mogelijkheden. Ten eerste dat Rusland alleen blijft staan en ten tweede dat het communisme zich reeds nu kan uitbreiden buiten Rusland.
De communisten die denken dat het nu reeds in alle landen zal komen, spelen een verkeerd spel omdat ze alles op één kaart zetten. Men moet zijn tactiek naar beide mogelijkheden oriënteren Het is mogelijk dat het communistisch Rusland alleen blijft staan – het zijn dan altijd nog 100 miljoen mensen die een goed deel van de wereld bewonen en dat de bolsjewistische maatschappij daar jarenlang blijft bestaan naast de kapitalistische maatschappij buiten Rusland. Dan moet men er rekening mee houden dat de wereld nu eenmaal zo is, dat de bolsjewieken zich niet kunnen isoleren.
Dit feit is niet weg te redeneren ook niet met frases dat men de vijand wel op zijn tabberd zal komen en de Rode Garde er op af zal sturen. De bolsjewieken zullen dan wezenlijke overeenkomsten moeten sluiten met de overige mogendheden.
Er bestaat ook nog een derde mogelijkheid namelijk dat het communistisch Rusland zou moeten verdwijnen. Daarin mogen wij echter in geen geval berusten. Dit zou met alle middelen moeten worden voorkomen. Het spreekt vanzelf dat ook de arbeiders van de andere landen hierin moeten helpen. De bourgeoisie moet weten dat als zij daaraan komt dan doen we alles, dat kunnen we niet toelaten, dan behoren we liever ons leven te geven in elk op zich dan dat we het communistisch Rusland laten verdwijnen.
Intussen het gaat hier om de werkelijkheid. Lenin en de bolsjewieken moeten met de beide eerstgenoemde mogelijkheden rekening houden ten eerste dat het communisme zich zal verplaatsen ook naar andere landen en met de andere mogelijkheid dat men zich zal moeten verstaan met het kapitalisme, der overige wereld. Dit andere kapitalisme is het Wilsoniaanse kapitalisme, dat de meeste kans heeft om althans voorlopig nog te blijven bestaan. Wilson begrijpt dat het niet op de oude wijze kon blijven bestaan, niet door enkel het brut geweld, doch door de nieuwe methode van de zg. Bond der Volkeren. De oude methode was het enkel brute geweld zoals het Pruisische en het Russische systeem, daartegenover vertegenwoordigt het Wilsoniaanse kapitalisme iets anders, iets nieuws. De dwazen die omdat wij de werkelijkheid willen zien, van ons beweren dat wij tegen het proletariaat misdadig zijn, begaan zelf een misdaad doordat zij de werkelijke strijders proberen af te takelen en te belasteren. De grootste misdaad is dat men de werkelijkheid niet laat zien aan het proletariaat. Dat doet ieder die zegt dat de revolutie overal gelijk komen zal en op dezelfde wijze, want als het niet uitkomt dan jaagt men het proletariaat in de teleurstelling, Het is mogelijk en waarschijnlijk dat het Wilsoniaanse systeem tijdelijk kan bijstaan naast het communisme. Dat is de werkelijkheid en men moet de moed hebben om dit ook aan het proletariaat te zeggen. Niet door in koffiedik te kijken, toont men die moed. Maar door te laten zien: het ene is mogelijk, dan moet je tactiek zus zijn; en het andere is mogelijk dan moet je tactiek zó zijn.
Dat deden de Russische revolutionairen. Spreker behoeft niet alles op te sommen wat ze tot stand brachten. Ze maakten een eind aan de uitbuiting in de fabrieken, ze nationaliseerden de grond, d.w.z. ze gaven de grond aan de landbouworganisaties, zodat de boer zelf in de eerste plaats de vruchten van zijn arbeid geniet. Dit is niet het privaatbezit van de grond de revolutie heeft juist de arme boeren doen overwinnen in de strijd met de nieuw opkomende grondbezitter. Dat was de klassenstrijd in het dorp. Nu zijn de boeren in het bezit van hun producten; wat er overschiet, wat ze zelf niet nodig hebben wordt geruild. De grond evenwel is gemeenschappelijk bezit geworden.
Spreker meent hiermee zo goed als het in zulk een korte tijd mogelijk is de Russische revolutie te hebben behandeld.
Spreker zal nu trachten een beeld te geven van de Duitse revolutie. En dan is het eerste wat gezegd moet worden dat er evenveel verschil als overeenkomst bestaat met de Russische revolutie. De overeenkomsten liggen zó voor de hand dat iedereen er van spreken kan. Evenwel het is de grote fout dat men het zich te eenvoudig voorstelt, terwijl er van die eenvoudigheid absoluut geen sprake is. De revolutionaire ontwikkeling heeft pas de ontzaglijke verschillen doen zien; nu het despotisme weg is en de tsaar en de keizer gevallen zijn is het verschil dat er bestond in historisch en economisch opzicht pas zichtbaar geworden.
Wij weten dat de revolutie in Duitsland is ontstaan mede door de invloed der Russische revolutie.
Het brute optreden van het Duitse imperialisme heeft gezorgd dat de revolutie ook in het eigen land kwam. Als het Duitse imperialisme zich had kunnen inperken, als het anders was geweest dan het nu eenmaal was, dan was het mogelijk geweest om Duitsland te behoeden voor de revolutie. De Duitse imperialisten wisten echter de maat niet in de eeuwige gebieden van Rusland; zij zijn maar steeds verder getrokken en de Duitse legers kwamen in aanraking met de bolsjewistische idee. Toch was het tenslotte niet in Duitsland dat de keten van het Duitse imperialisme werd verbroken, dat gebeurde in een van de Slavische landen, in Bulgarije. De invloed der bolsjewieken, dient hierbij opgemerkt te worden, onder de Slavische volkeren is enorm, dat komt pas later in volle omvang aan het licht. Het was dus in Bulgarije dat de revolutie het eerst kwam waardoor daar de strijd werd opgegeven. Precies zoals wij steeds hebben gezegd: alleen de revolutie zou de vrede kunnen brengen. Wij achtten een vrede “tot elke prijs” absoluut niet zo begeerlijk. Wij willen niet zo’n compromis zoals Troelstra bv. wilde, daarmee kon de wereldoorlog niet eindigen. En de historie heeft ons in het gelijk gesteld.
Men weet waar de revolutie het eerst los brak in Duitsland, hoe de vonk is overgeslagen vanuit Kiel, waar ze het eerst kwam. Er is een internationaal verschijnsel dat het de vloot is die overal het eerst daadwerkelijk deelneemt aan de revolutie. Dat bleek in 1905 en ’17 in Rusland.
De matrozen zijn er steeds het eerst bij, ze zijn de meest onbetrouwbare elementen voor de bourgeoisie, omdat het technisch meest geschoolde arbeiders zijn zoals trouwens te zien was bij het optreden der Hollandse matrozen in Indië, al is natuurlijk een opstand op Russische vloot van veel groter betekenis dan op de notendopjes van de Nederlandse vloot. (Oorlogsschepen zijn als het ware drijvende fabrieken.) Zo waren het ook de matrozen in Duitsland die het eerst in verzet kwamen op een moment dat men hen de eis stelde om zee te kiezen en slag te leveren. De jongste lezing der gebeurtenissen meldt ons dat het ook officieren waren die aan de opstand deel namen, wat best mogelijk is.
Spreker wil er op wijzen dat het toen Scheidemann was die n.b. een telegram stuurde om asjeblieft geen verzet te plegen. De matrozen hebben zich daar niet aan gestoord. De Scheidemanner zijn op één lijn te stellen met de keizer, in principe willen ze het zelfde; het verschil is echter o.a. dat de keizer prestige had onder het Duitse volk, wat de Scheidemanner nooit zullen krijgen. Het is intussen één pot nat: Wilhelm en Scheidemann.
Een stem: ze zijn veel smeriger.
Wijnkoop is van dezelfde mening. De Scheidemanner zijn inderdaad veel smeriger omdat zij als zg. arbeidersvertegenwoordigers nooit iets anders deden dan handlangersdiensten bewijzen aan de imperialisten.
Voortgaande wijst spreker er op dat na de Kielse opstand het verzet in het leger losbarstte waarvoor Keizer Wilhelm is gevlucht, een daad die algemeen als een lafhartigheid is aangemerkt. Daar staan wij natuurlijk buiten, ons gaat dat niet direct aan, al schijnt het ons ook toe zeer lafhartig te zijn.
Intussen wil spreker maar zeggen dat er tussen revolutie en revolutie een groot verschil is, omdat de economische verhoudingen, de toestanden in elk land anders zijn. Men kan natuurlijk niet ontkennen en spr. denkt er niet aan om het te doen, dat de Duitse sociaaldemocratie grote verdiensten heeft gehad. Zij heeft een schitterende propaganda gevoerd en mannen als Bebel, Singer, de oude Liebknecht en ook vrouwen als Rosa Luxemburg hebben schitterende pogingen gedaan om het proletariaat bewust te maken; men moet evenwel rekening houden met de ontzaglijke moeilijkheden. Hiervan krijgt men pas een denkbeeld als men iets weet van de historie van Duitsland. De Duitsers zijn door de eeuwen heen talloze malen gebruikt om de vrijheid van anderen te vermoorden. Het arme Duitse volk werd verkocht en het is niet hun schuld maar het is niettemin een feit dat de Amerikaanse en ook menige Europese opstand werd onderdrukt door Duitse machthebbers. De pas gestorven Frans Mehring heeft ons in zijn werken hiervan geleerd, hij heeft aangetoond hoe de vaste burcht van de Pruisische militaristische staat het Duitse volk belette vrij te worden, en gemaakt dat het volk der dichters en denkers zomin denken als dichten kon. Midden-Europa werd daardoor als een woestijn waar het zaad der gedachte nauwelijks tot kracht kon komen, in tegenstelling tot de landen van West-Europa waar de bourgeoisie ver vooruit was en men fiere en energieke persoonlijkheden kon aanwijzen. Duitsland verloor zijn krachtige persoonlijkheden: Heine, Marx en Engels om er maar een paar te noemen, ontvluchtten hun vaderland dat de wereldlijke voorwaarden voor de ontplooiing van de mens miste. Men denken slechts aan het regime van Bismarck, aan de verderfelijke invloed van de historisch te laat gekomen bourgeoisie, om tot de ervaring te komen, dat tenslotte de Russische arbeider nog vrijer was in de tsaristische wanorde, dan de Duitse arbeider, wiens geest werd gedood in de hel van discipline van het Pruisische militarisme.
Nu pas, staat dit volk er anders voor. De massa is eindelijk in verzet gekomen, maar die massa an sich is niet genoeg, de massa moet gevormd zijn uit persoonlijkheden. Dat is, vreest spreker, hetgeen bij de Duitse arbeiders nog niet voldoende voorhanden is, en daarvan treft de schuld het militarisme dat de zelfstandige gedachten van de mensen methodisch uitbant.
Een politieke revolutie is niet voldoende. Toen het tsarenregime verdween en Kerenski optrad was dit verschil nog van geen voldoende betekenis voor ons. De Duitse revolutie die na keizer Wilhelm, Scheidemann aan het bewind brengt, brengt een verandering van nog geringer betekenis.
Spr. herinnert er aan hoe hij in de aanvang, toen de ene kanselier na de andere viel, toen men elke dag iets anders hoorde van Duitsland, telkens er de nadruk op heeft gelegd dat er in Duitsland nog niets is veranderd. En ondanks alles, ondanks het feit dat men spr. dit kwalijk neemt, handhaaft spr. zijn standpunt, dat er tot nu toe in wezen nog niets veranderd is in Duitsland. Het enige wat er gekomen is, dat is de mogelijkheid dat er iets veranderen zal en dat is reeds veel.
De maatschappelijke strijd moet toch worden uitgevochten en Scheidemann c.s. kunnen het evenmin tegenhouden als de keizer het nu nog zou kunnen. Dat er intussen geen werkelijk verschil bestaat tussen het keizerregime en dat der Scheidemanns, om dat in te zien behoeft men slechts de kleine dingen van de werkelijkheid daar gade te slaan. Zo wil spreker er op wijzen dat Hindenburg nog steeds wordt gehandhaafd. Al gelooft spreker niet in de genialiteit van deze Hindenburg – Maarschalk Foch is een man van intelligentie bij hem vergeleken, veeleer is Hindenburg een houten pop – toch is het tekenend dat men deze man handhaaft. Het doel is duidelijk: het is de fetisj die eerbied moet afdwingen. Het leger treedt op dit ogenblik op met precies dezelfde middelen als vroeger. Alleen dit is het verschil dat dit leger in plaats van in Frankrijk en België, Armenië enz., nu moordt in het eigen land. In plaats van de kathedraal te Reims, schiet men nu de kerk van Bremen in puin. Al betekenen de kerken voor ons niet zoals ze vroeger golden voor de mensen, toch zijn het monumenten die herinneren aan een tijdperk dat er een grootse eenheid onder de mensen leefde, deze bouwwerken zijn uitingen van harmonische krachten in de maatschappij als nooit vroeger waren aan te wijzen in deze landen. Door het optreden der brute domme krachten wordt dit stuk leven nu vermoord, door de soldateska der keizersocialisten.
Dan het optreden tegen Polen. Marx die toch waarachtig ook iets wist van de Poolse kwestie heeft het altijd gezegd: geen vrij Duitsland zonder een vrij Polen. En bij Polen rekende hij ook Posen. En wat zien we nu in Duitsland? Hindenburg is commandant van het leger aan het oostelijk front dat Duitsland zg. moet beschermen tegen de bolsjewieken, die nota bene in het geheel geen plan hebben om aan te vallen. Het Duitse imperialisme dat zijn koloniën bedreigd ziet zal zich nu met Wenen zien te verbinden. Zo komt de imperialistische geest thans tot uiting. Ook de Polen worden door deze imperialistische geest bedreigd.
Dit doet ons het regime der Kaisersocialisten zien in hun ware gedaante; dan behoeft men nog niet eens te spreken over de dingen die ons allen bekend zijn, over de brute manier waarop zij tegen het spartakisme zijn opgetreden en zich hebben besmeurd met de schande van een zo lage daad als de moord op Liebknecht en Rosa Luxemburg. De arbeidersbeul Noske is de verpersoonlijking van hun bloedregime en van hun “terror”. Het optreden der benden van Noske tegen de stad Bremen is daarvan een sprekend voorbeeld. Over hun optreden te Berlijn tegen de mensen die het woord revolutie in de daad wilden omzetten en de macht wilden brengen in handen der arbeiders, hebben zij leugens kunnen verspreiden en de spartakisten kunnen belasteren. Zij verspreiden berichten over het woeden van een spartakistische terreur in Berlijn. In Bremen evenwel was dit voor hen niet mogelijk want in Bremen heerste volkomen rust. Daar heeft het leger van Noske het proletariaat overvallen en heeft de overmacht van het Noske-geweld op brute manier de werkelijke revolutionairen aangevallen. In Weimar komen nu de zogenaamde vertegenwoordigers van het volk samen. Alle oude politieke partijen zijn daar weer vertegenwoordigd, ze hebben allen hun namen veranderd, behalve de sociaaldemocraten die geen valse naam meer behoefden aan te nemen en die met deze burgerlijke bedriegers samenwerken. De sociaaldemocraten vinden daarbij nog de treurige moed om de onafhankelijken en de communisten moordenaars te schelden, terwijl zij zelf een moordregering vormen voor de contrarevolutionairen en de burgerlijke democratie. De Duitse revolutie heeft nog lang niet gedaan wat de Russische revolutie heeft tot stand gebracht, wat Liebknecht en Luxemburg wilden, de massale staking of de algemene werkstaking is nog niet voldoende toegepast. De Duitse arbeiders hebben in tegenstelling met de Engelse arbeiders zelfs nog nauwelijks gestaakt, terwijl de massale staking toch het middel is bij uitnemendheid; is er geen staking, dan is er ook geen beweging.
Op dit ogenblik hebben de Russische revolutionairen het voorstel van Wilson om te onderhandelen, aanvaard.
Hierin ziet spreker in geen enkel opzicht iets dat in strijd is met de overtuiging der bolsjewieken. Spreker kan zich niet verenigen met die verkeerde en foute tactiek die maar steeds opnieuw spreekt van een internationale revolutie en er geen rekening mee houdt dat men de loop der gebeurtenissen niet met geweld kan dwingen in bepaalde banen te gaan. De bolsjewieken willen de communistische gemeenschap niet verliezen, noch roekeloos haar bestaan op het spel zetten. Doch zij willen integendeel door overeenkomsten aan te gaan met andere landen, haar verdere ontwikkeling waarborgen. Degenen die schetteren van een grote volkerenslag aan de Rijn, van een wereldoverwinning daardoor van het bolsjewisme in alle landen, maken zich, indien hun geschetter ernstig is gemeend, schuldig aan een misdaad.
Het zou voor de revolutie het grootste gevaar betekenen wanneer men het middel van de oorlog zou aanvaarden en de Engelse, Russische en Amerikaanse soldaten bebloede koppen zou bezorgen. Dit zou het verzet tegen het bolsjewisme verscherpen, terwijl wij van plan zijn de koppen der Entente soldaten anders te bewerken, nl. naar de geest. Laten de Entente troepen desnoods heel Duitsland bezetten, dat zou geen slechte methode zijn om de hoofden der Entente-soldaten te revolutioneren. Spreker wijst er op dat het verzet der Engelse en Franse soldaten toeneemt en dat de invloed van het bolsjewisme meer en meer in heel Europa zichtbaar wordt. Het feit dat onder Franse troepen in Straatsburg soldatenraden waren gevormd is mede hiervan een tekenend verschijnsel. Het is een dwaze gedachte dat door een slag aan de Rijn de Communistische Internationale als een feniks uit zijn as zou verrijzen.
Twee jaren geleden was het Russische proletariaat nog even achterlijk als het Duitse een jaar geleden was. Dat was, in tijd gemeten, het verschil, en de methode die het bolsjewisme steeds heeft gevolgd heeft opnieuw haar deugdelijkheid bewezen. Het bolsjewisme schept zich een grotere sfeer, het breidt zich uit in de Oekraïne, in de Oeral, in Archangel, in het Oostzee gebied. De laatste berichten melden ons dat Kiev door de bolsjewieken is genomen. Inderdaad heeft de Entente reden om benauwd te zijn voor de toepassing en bolsjewistische strijdmethode.
Wat is nu de moraal van dit alles?
Dit, dat men niet dogmatisch moet aannemen dat de wereldrevolutie overal op dezelfde wijze zal plaats vinden. Het is zeer wel mogelijk dat de naaste toekomst ons voor de noodzakelijkheid zal plaatsen de strijd meer intensief te voeren, al zal men deze strijd nog niet dé revolutie kunnen noemen. Tenslotte zal ook hier de revolutie komen, onze strijd evenwel moet eerst nog het karakter der massa, het karakter haast meer nog dan het inzicht, op hoger peil brengen, opdat het proletariaat de slaafsheid van zich kan afschudden, zo dat de grote woorden verdwijnen om plaats te maken voor de revolutionaire daad.