Geert Sterringa

1876 – 1944

Hij was van 1901 tot 1941 onderwijzer aan een armenschool in de stad Groningen. Hij was in 1901 medeoprichter van de Groningse Bestuurderbond voor Onderwijzers en werd voorzitter van de Groningse afdeling van de SDAP en stapte in 1909 over naar de afgesplitste Groningse SDP, waardoor hij ook in het partijbestuur kwam. In 1919 werd hij lid van de Groningse Provinciale Staten voor de CPH en volgde in 1926 Wijnkoop. In de grote landarbeidersstaking van 1929 in de Groningse Oldambt was hij een van de stuwende organisatoren. Na zijn pensionering als onderwijzer in 1935 zat hij tot 1939 voor de CPN in de Groningse gemeenteraad. Op 15 mei 1940, de dag van de Nederlandse capitulatie, besloot het CPN-bestuur ‘ondergronds’ te gaan. De partijkrant Het Volksdagblad werd op 27 juni verboden en de partij zelf op 20 juli. De nu illegale partijkrant verscheen weer in november 1940 met de naam De Waarheid, tezamen met de gestencilde regionale edities ervan met namen als De Vonk, Tribune, Het Compas en Het Noorderlicht. De laatste werd vanuit de stad Groningen opzet door de CPN-plattelandsspecialisten Jan Herder en Geert Sterringa. De uit 55 man bestaande Noorderlichtgroep werd direct na de Februaristaking van 1941 opgerold en gevangen gezet in concentratiekampen.Sterringa werd op 10 maart 1941 gearresteerd, zat tot 1942 in Scheveningen gevangen, en kwam via het Polizeies Durchgangslager Amersfoort in KL Buchenwald terecht, waar hij, 67 jaar oud, op 19 januari 1944 bezweek.

Werken:

Vijfminuten speech van Geert Sterringa, 1937