Geschreven: 12 november 1894
Bron: Tegen het reformisme, Uitgeverij Progres, Moskou 1990. Een bundel teksten (extracten) rond het thema reformisme
Vertaling: Uitgeverij Progres
Deze versie: Spelling - Voetnoten zijn niet overgenomen
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, februari 2009
Laatste bewerking: 05 februari 2009
Volgens berichten in de partijpers deed kameraad Vollmar, tijdens een twistgesprek over de agrarische kwestie op het Frankfurtse partijcongres van 25 oktober, een verwijzing naar de besluiten van het congres der Franse socialisten in Nantes, die ‘alle goedkeuring van Friedrich Engels meegekregen’ hebben. Een bericht in de krant Vorwärts van 10 november vermeldt, dat deze bewering ook door de pers van onze opponenten wordt verspreid. Ik ben derhalve gedwongen te verklaren, dat in onderhavig geval sprake is van een fout en dat Vollmar kennelijk wat mijn persoon aangaat over volkomen onjuiste informatie beschikt.
Voor zover ik mij kan herinneren, heb ik in verband met het programma van Nantes slechts twee kennisgevingen naar Frankrijk gestuurd. De eerste, die voor het congres was ingezonden als antwoord op het verzoek van een Franse kameraad [Kennelijk P. Lafargue. Red.], kwam op het volgende neer: de ontwikkeling van het kapitalisme leidt onherroepelijk tot de liquidatie van de kleine particuliere boerenbedrijven. Onze partij geeft zich hiervan volledig rekenschap, maar heeft absoluut geen redenen om door eigen inmenging dit proces nog eens te versnellen. Daarom moet tegen het juiste concept voor maatregelen, die tot doel hebben om voor de kleine boeren hun onontkoombare ondergang minder pijnlijk te maken, in principe geen enkel bezwaar worden ingebracht; maar als ze verder gaan, als ze de kleine boer voor eeuwig willen behouden, dan streven ze naar mijn mening naar het economisch onmogelijke, offeren het principe op, nemen een reactionair standpunt in.
In de tweede kennisgeving, na het congres, heb ik slechts de veronderstelling geuit, dat in de socialistische contreien onze Franse vrienden alleen zullen achterblijven in hun poging om niet alleen de kleine boer met eigen grond te vereeuwigen, maar ook de kleine pachter die andermans arbeid exploiteert.
Oftewel: voor zover ik überhaupt een uitspraak heb gedaan over deze kwestie, heb ik precies het omgekeerde gezegd van wat Vollmar ter oren is gekomen.
Maar nu ik eenmaal in deze zaak verzeild ben geraakt, blijft mij zo te zien niets over, dan mijn visies duidelijker naar voren te brengen. Daarom stel ik voor om in de Neue Zeit een klein artikel te plaatsen, waarin mijn standpunt wordt uiteengezet en beargumenteerd.
Londen, 12 november 1894
F. Engels
Vertaald uit het Duits