Geschreven: op een grammofoonplaat opgenomen redevoering, eind maart 1919.
Eerste publicatie: in maart 1924 in het blad Molodaia Gwardia nr. 2/3.
Bron: Lenin, keuze uit zijn werken, deel 3, p. 217-218, uitgeverij Progress; copyright Pegasus
Transcriptie en HTML: Maarten Vanheuverswyn, voor het Marxists Internet Archive, augustus 2004.
Antisemitisme noemt men het verbreiden van vijandschap tegen de Joden. Toen de vervloekte tsaristische monarchie op haar laatste benen liep, beijverde ze zich onwetende arbeiders en boeren tegen de Joden op te hitsen. De tsaristische politie zette in bondgenootschap met de landheren en kapitalisten Jodenpogroms op touw. De landheren en kapitalisten wilden de haat van de door nood gekwelde arbeiders en boeren tegen de Joden richten. Ook in andere landen is men niet zelden in de gelegenheid te zien dat de kapitalisten vijandschap aanwakkeren tegen de Joden om de blik van de arbeider te vertroebelen, om zijn aandacht af te leiden van de werkelijke vijand van de werkers — het kapitaal. Vijandschap tegenover de Joden houdt alleen daar taai stand waar de onderdrukking door de landheren en kapitalisten de arbeiders en boeren in pikdonkere onwetendheid heeft gehouden. Alleen volkomen onwetende, volkomen geïntimideerde mensen kunnen geloof schenken aan de leugens en laster die over de Joden worden verbreid. Het zijn overblijfselen uit de tijd van de lijfeigenschap, toen de popen de ketters op de brandstapels lieten verbranden, toen de boer een slaaf, het volk onderdrukt en onmondig was. Deze oude feodale onwetendheid loopt op haar einde. Het volk wordt ziende. Niet de Joden zijn de vijanden van de werkers. De vijanden van de arbeiders zijn de kapitalisten van alle landen. Er zijn onder de Joden arbeiders, werkende mensen: ze vormen de meerderheid. Wat de onderdrukking door het kapitaal betreft, zijn zij onze broeders, in de strijd voor het socialisme zijn zij onze kameraden. Er zijn onder de Joden koelakken, uitbuiters, kapitalisten, net zoals die er onder de Russen en onder alle naties zijn. De kapitalisten streven ernaar tussen de arbeiders van verschillend geloof, verschillende natie en verschillend ras vijandschap te zaaien en aan te wakkeren. Zij die niet werken, houden zich in het zadel door de sterkte en de macht van het kapitaal. De rijke Joden, de rijke Russen, de rijken van alle landen onderdrukken en onderwerpen in een verbond met elkaar de arbeiders, plunderen hen uit en zaaien tweedracht tussen hen.
Schande over het vervloekte tsarisme, dat de Joden heeft gepijnigd en vervolgd. Smaad en schande over hem die vijandschap tegen de Joden en haat tegen andere naties zaait. Leve het broederlijke vertrouwen en de strijdgemeenschap van de arbeiders van alle naties in de strijd voor de omverwerping van het kapitaal.